Een 45-jarige man uit Doornik werd op 8 november 2015 geflitst toen hij met zijn motor op de E42 in Pommeroeull reed. De snelheid waarmee de man reed, was niet min: 252 kilometer per uur. De motard moest dus voor de politierechter komen, maar die sprak de veertiger uiteindelijk vrij omdat de feiten intussen verjaard waren.

Dat kon dankzij een trucje van de advocaat van de motard. Die had zijn cliënt aangeraden om niet te komen opdagen op het proces, “want te snel rijden verjaart toch al na één jaar”, had hij gezegd. De motard werd daarom bij verstek veroordeeld, maar op de laatste dag van de wettelijke termijn om beroep aan te tekenen tegen de veroordeling, deed de advocaat dat ook. Op het moment dat het proces in beroep startte, kon de rechter enkel nog maar vaststellen dat de feiten verjaard waren.

De man die meer dan dubbel zo snel reed dan toegelaten, moet daarvoor dus niet eens een boete betalen, een rijverbod krijgt hij ook niet.

Wetswijziging

Peter D’Hondt, Dendermonds politierechter, vindt dat er dringend een wetswijziging moet komen. Want daar ligt het probleem volgens de rechter. Hij neemt het niet de advocaat, maar wel de wet kwalijk dat er dergelijke praktijken kunnen gebeuren. Daarom pleit hij voor een verhoging van de verjaringstermijn. En dat wil hij niet alleen voor te snel rijden, maar ook voor bijvoorbeeld voor door het rode licht rijden of voor spookrijden. Ook die verkeersmisdrijven verjaren al na één jaar. “Als de politiek echt begaan is met verkeersveiligheid, dan moet er dringend iets veranderen”, zegt de politierechter aan Het Laatste Nieuws. “Het meest voor de hand liggende is de ernst van de inbreuk ­onderstrepen. Dat kan door de verjaring van één naar drie jaar op te ­trekken.”