Direct naar artikelinhoud
Column

Het gekruisigd lijk van Christus in uw huiskamer: hoe gruwelijk morbide dat is, drong pas relatief recent tot mij door

Slobodan Praljak drinkt van een gif tijdens zijn rechtszaak voor het Tribunaal in Den Haag.Beeld REUTERS

Joachim Pohlmann is woordvoerder van Bart De Wever (N-VA) en schrijver van Een unie van het eigen. Zijn column verschijnt wekelijks.

Ik heb het filmpje van oorlogsmisdadiger Slobodan Praljak, die voor het Tribunaal in Den Haag de hand aan zichzelf sloeg, meermaals bekeken. Ik voelde me daar enigszins schuldig over. Tot ik zag dat het op zowat alle nieuwssites het meest gelezen artikel was en letterlijk elke krant het groots op de voorpagina plaatste.

Het stelt me gerust dat ik niet alleen ben in mijn afwijking. Mensen als Budd Dwyer, Dominique Venner, Yukio Mishima en nu Praljak fascineren. Wat hebben ze gemeen? Ze zijn allemaal om uiteenlopende redenen publiek en hoogst symbolisch uit het leven gestapt. En om een of andere reden is dat boeiend.

Joachim Pohlmann.Beeld BELGA

Ik wijt het aan het christendom. Dat heeft iets met opoffering. Sterker nog, de hele religie is erop gebaseerd. Christus offerde zich voor onze zonden op aan het kruis. En om ons daaraan te herinneren, hing in talloze Vlaamse huiskamers de beeltenis van zijn gemarteld en gekruisigd lijk.

Hoe gruwelijk morbide dat eigenlijk is, drong pas relatief recent tot mij door. Het idee van martelaarschap staat zo centraal in de religie die hier eeuwenlang dominant is geweest, dat het met lugubere propaganda constant benadrukt moest worden. En wij aanvaardden dat als compleet normaal.

We bevinden ons echter al enige tijd in een overgangsfase. Het christendom, eens de schragen onder onze beschaving, laten we stapje voor stapje achter ons. En je kan veel van het christendom zeggen, zoals elke religie gaf het ons wel iets waar we allemaal naar op zoek zijn: een manier om met de dood om te gaan.

Het idee van martelaarschap staat zo centraal in de religie die hier eeuwenlang dominant is geweest, dat het met lugubere propaganda benadrukt moest worden

Een christenmens heeft een notie van eeuwigheid. Het is niet iets abstracts als het verglijden van de tijd in de oneindigheid, het is haast tastbaar. Alles wat je bij leven doet – goed of fout – kan eeuwige gevolgen hebben. Ik kan me inbeelden dat je het daar wel wat benauwd van krijgt.

Als er na dit aardse bestaan een eeuwigheid van verdoemenis of gelukzaligheid wacht, dan staat er iets op het spel. De dood is dan nog het minste van je zorgen, het is het verdict dat daarop volgt dat van belang is. Een gelovige vreest niet de dood, maar het oordeel.

Loden last

Ik ken nog maar weinigen die met zo’n loden last op de schouders door het leven gaan. Dat er een hiernamaals zou zijn, lijkt voor het merendeel van de West-Europeanen te gek voor woorden. En dat heeft onvermijdelijk ons perspectief veranderd. De eeuwigheid is ons ontglipt.

Doodsangst is voor ons het verlammende besef dat we maar even hebben gekregen. Een besef dat start wanneer we ervaren dat ons lichaam onderhevig is aan dezelfde wetten van verval als elk ander stoffelijk object. De tijd tikt, onherroepelijk en onomkeerbaar.

Doodsangst is voor ons het verlammende besef dat we maar even hebben gekregen

We hebben haast de verplichting om lust in het leven te zoeken. Als we dat niet doen, vergooien we de enige kans die we hebben gekregen. Vandaar dat het ons ook zo kostbaar is: het is al wat we hebben. Hou je op met leven, dan hou je op met bestaan.

We eren een cultus gefixeerd op het hier en nu, en op jeugdigheid. Onze hoop om de vergankelijkheid te overwinnen, is gevestigd op wetenschap en technologie. Dat is de impliciete belofte die onze cultuur vandaag inhoudt: het is nog niet voor ons weggelegd, maar ooit…

Het is de belofte van de herovering van de eeuwigheid. Dat is de dag dat we niet langer voor god spelen, maar goden zijn. En de nieuwe goden zullen waarschijnlijk de vergane mens benijden om zijn natuurlijke eindigheid. Want dergelijke goden kunnen wel sterven, maar niet van ouderdom. Die laten zich uitschakelen uit verveling.

Onze hoop om de vergankelijkheid te overwinnen, is gevestigd op wetenschap en technologie