Het ziet er niet goed uit voor Michael Flynn (58). De na amper een maand opgestapte veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president heeft toegegeven dat hij gelogen heeft in de verklaringen die hij in januari had afgelegd over een ontmoeting met de toenmalige Russische ambassadeur Sergej Kisljak. Meineed dus, iets waar niet mee gelachen wordt in Amerika.

De ontmoeting in kwestie dateert van 29 december 2016, nog voor de eedaflegging van Trump, en er zou gepraat zijn over een VN-resolutie over Israël. Ze is van belang in het onderzoek naar banden tussen de Amerikaanse en de Russische regering en eventuele inmenging van Rusland in de Amerikaanse presidentsverkiezingen en wordt als heel belangrijk aanzien door voormalig FBI-chef en speciaal onderzoeker Robert Mueller, belast met het onderzoek.

In de rechtbank waar Flynn schuldig gepleit had voor meineed, had de man ook verkondigd dat hij de opdracht om met de ambassadeur te gaan praten kreeg van een “hoge medewerker” van Trump. “Op 22 december 2016 heeft een zeer hoge verantwoordelijke van het presidentiële transitieteam Flynn gevraagd functionarissen van buitenlandse regeringen, met inbegrip van die van Rusland, te contacteren om hun standpunt omtrent de resolutie te kennen en om deze regeringen te beïnvloeden teneinde de stemming te vertragen of ze laten mislukken”, zei de speciale aanklager erover in de rechtbank.

Volgens NBC News is die hoge medewerker of zeer hoge verantwoordelijke Jared Kushner, schoonzoon van de Amerikaanse president en een belangrijk deel van zijn transitieteam. Kushner werd een maand geleden al 90 minuten lang verhoord over de zaak en het is niet ondenkbaar dat hij binnenkort opnieuw aan de tand gevoeld zal worden.