Elke zondag is deze maand koopzondag. We hebben er nog vier te gaan. Maar de eerste was geen hoogvlieger. Sinterklaas is nog in het land, mensen zitten nog niet met hun gedachten bij de kersttafel.

Wat ook een probleem kan zijn: Gent wekte niet de indruk van een echte winkelstad. Zeker in de voormiddag bleven te veel winkels dicht. Vooral in de bekende winkelstraten kozen veel winkels ervoor om pas vanaf 13 of zelfs 14 uur mee te doen aan de koopzondag. In Coolcat, Bershka, H&M en een pak andere winkels viel niks te kopen in de voormiddag.

Minderheid

Jammer, want er was wel wat volk in de stad, al was het niet over de koppen lopen. “Wij zijn open sinds 10 uur”, zegt verkoopster Elise Hyde van schoenwinkel Buffalini, op de hoek van de Kouter en de Vogelmarkt. “Het werd pas druk in de namiddag. Pas dan was Gent een échte winkelstad. In de voormiddag was maar een minderheid van de winkels open.”

Dat vindt ze jammer. “Op zondag hebben we een ander publiek, merken we. Minder mensen van Gent zelf, die snel iets kopen, en meer mensen van buiten de stad die speciaal komen om te shoppen. Zulke klanten zijn meer gebaat met winkels die de hele dag open zijn dan met winkels die alleen in de namiddag enkele uren openen. Als de winkels vroeger zouden openen, zou er volgens ons meer volk zijn.”

Zelfde openingsuren

Middenstandsschepen Christophe Peeters (Open VLD) is het daarmee eens. “De juiste analyse”, zegt hij. “Alleen: wij kunnen de winkeliers enkel de mogelijkheid geven om hun zaak open te doen. Helaas kunnen we hen niet verplichten.” Peeters denkt na over een systeem waarbij iedereen wordt gestimuleerd om dezelfde openingsuren te hanteren.

Dat personeel veel geld kost, beseft hij ook. “Maar de winkels hoeven niet tot ’s avonds open te zijn. Je merkt dat de stad om vier, vijf uur in de namiddag stilaan leegloopt. De winkels zouden kunnen openen in de late voormiddag of op het middaguur, en een paar uur later alweer sluiten. De binnenstad zou er wel bij varen.”