Kans op leefloon niet in elke gemeente even groot

© Belga

Eenzelfde OCMW-cliënt maakt in de ene gemeente minder kans op een leefloon dan in de andere. Dat staat in het ‘Jaarboek 2017, armoede en sociale uitsluiting’ van de UAntwerpen. De onderzoekers pleiten voor een eenvoudigere toekenning van steun en waarschuwen voor privatisering.

OCMW’s zijn verantwoordelijk voor het toekennen van een leefloon aan de cliënten, maar er blijkt variatie te bestaan tussen verschillende gemeenten.

‘Die variatie wordt onder andere verklaard door de leeftijd en de attitude van de hoofdmaatschappelijk werker, maar ook door de grootte van de gemeente’, klinkt het. ‘Zo hebben cliënten in grotere gemeenten zowel minder kans op het ontvangen van een leefloon als minder kans op het krijgen van een sanctie, namelijk het verliezen van het leefloon.’

Ook het belang dat een teamhoofd hecht aan cliëntcontrole en het belang van sancties in de welvaartstaat in het algemeen zouden de kans op een sanctie voorspellen.

De onderzoekers wijzen erop dat ‘onderbescherming’ blijft bestaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet opnemen van financiële steun. Er wordt dan ook aanbevolen de procedure te vereenvoudigen, naar een haast automatische toekenning, bijvoorbeeld voor vluchtelingen die nog niet voldoende werkten, vrouwen die voor een scheiding niet werkten en plots afhankelijk worden, pas-afgestudeerden of studenten zonder steun van ouders.

In het jaarboek wordt ook gewaarschuwd voor vermarkting van de zorg, met daarbij resultaatsverbintenissen en meer marktlogica. ‘Uit onderzoek blijkt dat vermarkting van sociale voorzieningen kan leiden tot uitsluiting van de meest kwetsbare doelgroepen’, klinkt het.

Volgens recente cijfers uit het jaarboek leeft 20,7 procent van de Belgische bevolking in armoede of sociale uitsluiting. In Vlaanderen is dat 14,5 procent. Het leefloon voor een alleenstaande ligt volgens de onderzoekers met net geen 900 euro zo’n 220 euro onder de armoedegrens.

Partner Content