“Opslag producten in gevangenissen is problematisch”

Er schort vanalles aan de opslag van producten in de gevangenissen, zoals sigaretten, voeding en kledij. De rekeningen geven geen getrouw beeld van werkelijke toestand van de goederen, de opleiding van de toezichthouders kan beter, de interne controle schiet tekort en er stellen zich verschillende problemen met de stockageruimtes. Dat blijkt uit het 174ste jaarboek van het Rekenhof, dat dinsdag in de Kamer werd voorgesteld.

De begrotingswaakhond heeft serieuze bedenkingen bij de betrouwbaarheid van de rekeningen die hij jaarlijks voorgeschoteld krijgt over de producten in de gevangenissen. Veel rekeningen geven niet alle goederen aan die worden aangekocht en verbruikt. Die situatie vergroot volgens het Rekenhof het risico op diefstal en verduistering.

Idealiter zouden drie personen moeten instaan voor het beheer van de goederen: de magazijnier, de rekenplichtige en de zaakvoerder van de gevangenis. Maar volgens het Rekenhof is hun opleiding ontoereikend. Bovendien beschikken kleine inrichtingen zelden over zo’n trio en zijn er enkel een rekenplichtige en een zaakvoerder, die bovendien vaak ook het inrichtingshoofd is. In de meeste gevangenissen controleren de zaakvoerders maar zelden de voorraden. Slechts acht zaakvoerders doen dat minstens een keer per jaar.

Het Rekenhof haalt het concrete voorbeeld aan van de tabak voor binnenkomende gevangenen. Daar is geen enkele procedure voorzien om te voorkomen dat die tabak wordt gestolen. Eens de tabak uit de voorraad is uitgeschreven, wordt hij bewaard bij de hoofdcipier of in het lokaal waar de gevangenen aankomen, wat het dus al moeilijk maakt de eindbestemming te achterhalen. Maar omdat ook de beveiligde kast niet altijd op slot is, ligt de tabak binnen ieders handbereik, zowel van de cipiers als van de gedetineerden.

Het jaarboek vermeldt ook verschillende problemen met de stockageruimtes. Die zijn soms te klein of gewoonweg ongeschikt, bijvoorbeeld lokalen waar voedsel wordt bewaard maar die onder water kunnen komen te staan, of zelfs verontreinigd. Het Rekenhof citeert vloeren met gaten in, zolders met open dak of ruimtes die ontoegankelijk zijn uit veiligheidsoverwegingen. “Dergelijke situaties kunnen ertoe leiden dat goederen bederven of op zijn minst slecht worden bewaard of onmogelijk kunnen worden geïnventariseerd”, luidt het.

Een voorbeeld daarvan zijn de voorraden met kleding voor de gedetineerden. Het gaat om grote volumes die moeten worden opgeslagen, maar waarvan een deel niet meer bruikbaar is wegens beschadiging door de slechte bewaring. Het Rekenhof voert ook aan dat sommige ruimtes niet beveiligd zijn, bijvoorbeeld omdat ze overdag vrij toegankelijk zijn, waardoor sommige rekeninghouders weigeren de goederen die daar opgeslagen zijn, in hun rekeningen op te nemen.

Voorts stelt het Rekenhof vast dat binnen een gevangenis tot een tiental sleutels van eenzelfde ruimte de ronde doen, terwijl eigenlijk alleen de rekenplichtige over een sleutel zou mogen beschikken. Op die manier is het dan ook logisch dat die geen zicht heeft op wat er binnenkomt en vooral buitengaat. Een ideaal systeem is er één met elektronische sleutels, zoals in Ruiselede, maar niet elke infrastructuur is daarvoor aangepast en bovendien is dat geen goedkope oplossing.

(belga)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer