Roelandt werd op 1 december 2015 doodgestoken tijdens een huisbezoek. “De tragische dood van onze collega had voor de overheid een katalysator moeten zijn om te reageren met gepaste maatregelen. Twee jaar later is de reactie van de overheid teleurstellend”, aldus BVAS.

LEES OOK. Familie hoopt op antwoorden tijdens proces vermoorde huisarts: “We weten nog steeds niet waarom papa dood moest”

Veilige dokterspraktijk

Volgens de vereniging moet het veiligheidsprobleem beter in kaart gebracht worden. “Er zijn nu alleen maar fragmentarische gegevens beschikbaar, onvoldoende als basis voor een adequaat strategisch plan”, aldus de BVAS, die stelt dat bij het meldpunt voor agressie tegen artsen amper 105 meldingen binnenkwamen terwijl uit cijfers van de VUB blijkt dat ruim 80 procent van de dokters al te maken kreeg met agressie of geweld. Voor de BVAS is het dan ook “van het grootste belang dat de rapportering van agressie beter gecoördineerd wordt”.

De nieuwe brochure “Een veilige dokterspraktijk” is een stap in de goede richting, maar BVAS vraagt dat de overheid ook dringend campagnes opzet die het grote publiek oproepen tot meer respect voor zorgverstrekkers.

Samenwerking met politie

De artsenvereniging is tevreden dat de minister van Justitie een “casusgebonden overleg” tussen parket en hulpverlening heeft mogelijk gemaakt, met gedeeld beroepsgeheim. “Maar de samenwerking met de politie mag niet beperkt blijven tot lokale initiatieven. De BVAS betreurt dat de ministeriële omzendbrief in voorbereiding, de politiediensten aanspoort - en niet verplicht - om een protocol met de huisartsen te ondertekenen”, klinkt het nog. De BVAS is bereid om mee modelprotocollen tussen politie en huisartsen uit te werken, die bruikbaar zijn om bijkomende beschermingsmaatregelen te treffen voor artsen.