”Je weet nooit wat er nog wakker kan gemaakt worden door wat in de genetica te roeren”

Sluimert het prehistorische krokodillenbrein nog ergens in ons mensen, dan is de dinosaurus in kippen ook niet zo ver weg als we denken. Wetenschappers hebben zopas dinosaurusveren tot leven gewekt bij kippen door enkele in onbruik geraakte genetische programma’s te activeren. Gemanipuleerde kippenembryo’s begonnen daardoor doornachtige uitstekels te vertonen. Daarna kregen de dieren in plaats van veren allerlei vreemde oervormen: krullende draadjes, doornachtige uitsteeksels en overlappende ‘dakpannetjes’. U weet wel waar het over gaat. U hebt de films ook gezien.

Koen VANMECHELEN

Onder het motto ‘Grief is the thing with feathers’ zijn de wetenschappers daarna met experimenteren gestopt. Je weet nooit wat er nog wakker kan gemaakt worden door wat in de genetica te roeren. Alle gekheid op een stokje, het is al een poos geweten dat alligators en vogels, en dus ook kippen, dezelfde reptielen als verre voorouder hebben.

Misschien is het dat wat me als jonge knaap zo fascineerde bij kippen. De verborgen dino die school achter die snavel en rode kam. De schaduw van een reusachtig ei achter het tikken-eitje dat ’s morgens vanop mijn bord naar me zat te kijken. Alsof ik het lekkere hapje was. De verwondering hoe iets kleins toch zo immens kan zijn. Of zoals mijn vriend dokter Luc Vrielinck poneerde tijdens de vorige Biënnale van Cuba: tanden zijn slechts een evolutionaire minuut verwijderd van veren. Of hoe de evolutie konijn na konijn uit haar peilloos diepe hoed tovert.

Iets wat me met de mond vol tanden op BBC One naar ‘Blue Planet II’ deed kijken. Springende krabben, in groep jagende zeeleeuwen, breinerige inktvissen, een Don Giovanni-achtige slijmvis en een lipvis met gereedschap. Wie verzint het? En dan heb ik het nog niet over de potvissen, walvishaaien, reuzenmanta’s en pyjamahaaien die door het water tollen, schuiven, glijden en wentelen. Zuiver ballet. Het lijkt wel alsof we op een alien-planeet leven tjokvol verrassend leven.

Waarom evolueerden sommige soorten tot kolossale dieren en kozen sommige gargantueske soorten ervoor om door zand te gaan scharrelen? De oude krokodil in mij fluistert dat dit de eb en vloed is van de evolutie. Grote dieren werden kleiner omdat hun biotoop veranderde. Op die manier konden ze hun eigen ‘environment’ maken; konden ze zich rustigweg de toekomst in broeden, de eigen temperatuur bepalen, niet uit de evolutionaire boot vallen. De verzachting van planeet Aarde na de IJstijd noopte daartoe. Zachte context maakt meer pluis. Maar de hardheid diep onder de pluis verdwijnt nooit helemaal. Je weet maar nooit wat de toekomst brengt. Knoop dat maar in je veren.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer