Chris De Nijs wint de Wablieft-prijs 2017
In Mechelen heeft VRT-journalist Chris De Nijs vanmiddag de Wablieft-prijs gekregen. Hij krijgt de prijs omdat hij in zijn verslaggeving heldere taal gebruikt. Hij slaagt er volgens de jury in om moeilijke sociale kwesties eenvoudig uit te leggen.
Al twintig jaar reikt Wablieft, het centrum voor Duidelijke Taal, de Wablieft-prijs uit. Met de prijs bekroont Wablieft mensen en organisaties die zich inzetten voor een duidelijke taal, omdat ze die zelf gebruiken of omdat ze anderen aansporen om dat te doen.
De jury koos dit jaar dus voor Chris De Nijs. "Je ziet hem vaak op straat tussen veel mensen en voor bedrijfspoorten. Bij betogingen en stakingen staat hij klaar met de microfoon. Dan zie je VRT-journalist Chris De Nijs op zijn best. Hij legt sociale kwesties eenvoudig uit in zijn eigen woorden. Vaak bericht hij over moeilijke zaken die voor veel mensen van belang zijn. Dankzij De Nijs kan iedereen begrijpen wat er precies gebeurt", luidt het commentaar van de jury.
Het is soms zwoegen om iets helder uitgelegd te krijgen
Chris zelf is zeer vereerd. "Heldere taal is één van mijn doelstellingen", zegt Chris. "Het is dus heel fijn om daarvoor erkend te worden." Hij vindt het ook een belangrijke taak voor de VRT om zoveel mogelijk heldere taal te gebruiken. "Dat mislukt soms wel eens", gaat hij verder. "Het is een plicht voor de openbare omroep, een roeping voor mezelf maar het is ook een opgave. Het is soms zwoegen om iets helder en duidelijk uitgelegd te krijgen."
Er waren nog drie finalisten in de running voor de prijs. Vzw Helder Recht en het charter "Geletterde Gemeente" moesten dus de duimen leggen voor Chris De Nijs.
Helder Recht vindt dat iedereen het recht heeft zijn rechten goed te begrijpen. Het ondersteunt sociale werkers en juristen om een heldere taal te gebruiken.
Het charter Geletterde Gemeente is ondertekend door alle West-Vlaamse gemeenten. Ze zetten zich hiermee in om duidelijk en eenvoudig te communiceren. Ze zullen ook hun dienstverlening laagdrempelig en toegankelijk organiseren. Waar nodig en mogelijk, gaan ze hiervoor in gesprek of werken ze samen met de lokale centra voor Basiseducatie.