‘Er zijn meer mogelijkheden om littekens te behandelen dan mensen vaak denken’

© iStock
Tine Bergen Freelancejournalist

De ene persoon maakt makkelijker littekens aan dan de andere. Of iemand een litteken overhoudt aan een wonde hangt af van verschillende factoren. ‘Een litteken kan niet weggetoverd worden, maar hoe het er uiteindelijk uitziet, hangt af van de nazorg die gegeven wordt.’

Wereldwijd lopen elk jaar zo’n 100 miljoen mensen littekens op. Er zijn ruwweg 3 soorten: littekens door trauma’s, zoals een auto-ongeluk, littekens door chirurgie en littekens door brandwonden. De laatste vormen de kleinste groep, maar hebben wel de grootste impact.

Er zijn een paar opvallende vaststellingen. Zo situeert 90 % van de brandwondenlittekens zich in ontwikkelingslanden. In het Westen vinden meer niet-noodzakelijke heelkundige ingrepen plaats en zijn er dus meer littekens door operaties. Wonden door trauma’s komen overal in gelijk mate voor. Mannen hebben wel meer arbeidsongevallen, omdat ze vaker in de industrie werken.

Een normale wondheling gaat in 3 fases, vertelt Peter Moortgat van Oscare, een nazorg-, onderzoeks- en opleidingscentrum voor brandwonden en littekens. ‘De eerste is die van de inflammatie of ontsteking. Het lichaam reinigt het wondbed, een natuurlijk verdedigingsmechanisme tegen vreemde elementen. Die fase duurt 1 tot 5 dagen. Daarna volgt de fase van de proliferatie: de wonde gaat sluiten. Onderliggend weefsel voert cellen aan die de wonde kunnen dichttrekken. Dat duurt gewoonlijk 2 tot 6 weken.’

Tot slot is er de maturatiefase. Die kan 3 maanden tot jaren duren, afhankelijk van de grootte van de wonde. Het lichaam maakt nieuw collageen, het hoofdbestanddeel van onze huid, aan, dat vervangen wordt door sterker collageen naarmate de tijd vordert.

Nazorg

Of iemand een litteken overhoudt aan een wonde hangt af van verschillende factoren, zoals de genetica: de ene persoon maakt makkelijker littekens aan dan de andere. Oudere mensen vormen minder dikke littekens, maar hebben een langere inflammatiefase. Een zwarte huid is gevoeliger voor zogenaamde hypertrofe of keloïde littekens: dikkere littekens door een teveel aan ‘nieuwe huid’.

De ene persoon maakt makkelijker littekens aan dan de andere

Het proces van wondheling kan ongunstig zijn voor een litteken. Als de wonde niet automatisch kan sluiten, blijft het proces van proliferatie uitdijen. Zo heb je meer kans op hypertrofe littekens: het lichaam blijft huidcellen aanvoeren en meer collageen aanmaken.

‘Hoe een litteken er uiteindelijk uitziet, hangt af van de nazorg die gegeven wordt’, zegt professor Ulrike Van Daele van de vakgroep Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie van de Universiteit Antwerpen. ‘Die nazorg neemt de hele maturatiefase in beslag en kan dus wel wat tijd en geduld vragen. Zo’n 30 miljoen van de 100 miljoen littekens die jaarlijks ontstaan, hebben nazorg nodig. De voornaamste elementen ervan zijn bescherming tegen de zon, hydratatie en de beperking van spanningen op de huid.’

Multidisciplinair

Bescherming tegen de zon is essentieel, omdat geïrriteerde huid veel gevoeliger is voor uv-straling, waardoor het litteken blijvend donkerder of lichter kan worden dan de rest van de huid. Hydratatie maakt dat de huid het vermogen heeft om al haar regeneratieve mogelijkheden te benutten. Een huid die te droog is, vormt makkelijker wondjes en is vatbaarder voor irritatie en inflammatie. Een simpele crème kan voldoende zijn om te hydrateren. Druktherapie in de vorm van drukverbanden of drukkledij wordt vaak gebruikt om hypertrofie tegen te gaan.

Bescherming tegen de zon is essentieel, omdat geïrriteerde huid veel gevoeliger is voor uv-straling, waardoor het litteken blijvend donkerder of lichter kan worden dan de rest van de huid.

Soms is ook silicone in de vorm van een pleister of gel nodig om een omgeving te creëren die voldoende vochtig is. Silicone werkt tegelijk spanningsverlagend. ‘We weten dat spanningen op de huid veel invloed hebben op littekens’, zegt Ulrike Van Daele. ‘Alle mechanische stimuli, zoals beweging en luchtdruk, worden in de huid omgezet in biochemische signalen naar de cel. De cel reageert daarop door meer of minder collageen aan te maken of in een andere richting collageen te vormen. Sommige mensen zien hun litteken samenkrimpen door constante rek op bijvoorbeeld de elleboogplooi. Je kunt dan een tape aanbrengen die de huid rond het litteken naar elkaar toe duwt. Je krijgt een soort ‘pudding’ van huid, waardoor het stuk met het litteken spanningsvrij blijft.’

Idealiter wordt de nazorg geleverd door een multidisciplinair team – juridisch advies kan evengoed aan de orde zijn als kinesitherapie. De patiënt wordt in zijn totaliteit bekeken. Ook zijn mening is belangrijk: wat hem stoort aan het litteken, moet worden aangepakt.

Eigenwaarde

Een litteken kan veel fysiek ongemak meebrengen: jeuk, pijn, roodheid, zwelling, bewegingsbeperking… Daarnaast heeft het vaak een grote psychische impact. Onze huid is een belangrijk instrument om contact te maken. Als daar iets blijvend aan verandert, kan dat een invloed hebben op iemands lichaamsbeeld en eigenwaarde.

Kinderen beschouwen een litteken als een deel van hen, maar dat kan wijzigen in de puberteit. Vrouwen voelen de psychische impact van een litteken doorgaans harder, omdat ze in het algemeen meer belang hechten aan hun uiterlijk. De plaats van het litteken is heel belangrijk: is het zichtbaar of niet?

Onze huid is een belangrijk instrument om contact te maken. Als daar iets blijvend aan verandert, kan dat een invloed hebben op iemands lichaamsbeeld en eigenwaarde.

En er is de reactie van de omgeving. Peter Moortgat: ‘Ouders hebben vaak meer problemen met de littekens van hun kinderen dan de kinderen zelf. Enerzijds omdat ze met een schuldvraag zitten, anderzijds omdat ingrijpende correcties van littekens pas mogelijk zijn als de kinderen volwassen zijn geworden – de groei heeft een invloed op het nieuwe litteken. Soms vindt een volwassene die een litteken overhoudt aan zijn kindertijd een operatie helemaal niet nodig. Dan moeten de ouders even aanpassen.’

Bij (littekens van) brandwonden is het psychosociale aspect belangrijk van de eerste minuut. De opvang door de omgeving is essentieel. Omgevingsfactoren, zoals motivatie, bepalen vaak mee de uitkomst, ook op functioneel vlak.

Littekenconsulent

Veel mensen overleven tegenwoordig hun (brand)wonden. De focus ligt dan ook vooral op de levenskwaliteit van mensen met littekens. De nazorg is een complex en meestal lang proces. Vaak moeten mensen het thuis zelf uitzoeken. Hebben ze nu hulp nodig van een plastisch chirurg, een dermatoloog of een kinesist? Of een patiënt de juiste hulp krijgt, is nu te veel afhankelijk van toeval. Een kwalificatie zou kunnen helpen. Op vraag van het werkveld richtte Oscare in 2010 daarom de Scar Acadamy op, die sinds 2013 samenwerkt met de Universiteit Antwerpen. Dat leidt tot een ideale match tussen onderzoek, theorie en de dagelijkse praktijk.

‘De opleiding wil in de toekomst 3 niveaus van behandelen onderscheiden’, zegt Peter Moorgat. ‘Chirurgen zijn de enigen die invasief mogen werken. Consulenten kunnen semi-invasieve procedures uitvoeren, zoals lasertherapie, injecties en microneedling. Als derde zijn er de therapeuten, zoals kinesisten, die niet-invasief werken. Iemand die naar een littekentherapeut of -consulent gaat, kan erop vertrouwen dat de situatie van het litteken juist wordt ingeschat en dat correct wordt doorverwezen indien nodig. Een litteken kan niet weggetoverd worden, maar er zijn vaak wel meer mogelijkheden dan mensen denken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content