Bellot verwijst in het interview naar Nederland, waar “het twee jaar en een half heeft geduurd om de problemen van Schiphol op te lossen”. Een internationale “onafhankelijke” studie moet “alles objectiveren”. De minister acht eenzelfde tijdsframe zoals in Nederland haalbaar.

Daarnaast liet de minister ook zijn licht schijnen over de Belgische spoorwegen, dat volgens hem een “werkmodel van de jaren zestig” hanteert. Bellot wil met een “revolutie” in de interne organisatie van de NMBS het spoorbedrijf naar de 21ste eeuw brengen. Meer mensen voor de operationele werking en minder mensen achter een bureau. “De situatie is nu dat vier tot vijf mensen in een bureau zitten, terwijl het met veel minder mensen zou kunnen door een deftige informatisering. Tegelijk is er een tekort aan treinbestuurders en -begeleiders.”

Bovendien moet het personeel meer inspraak krijgen, vindt de bevoegde minister. “Het spoorpersoneel moet meer inspraak krijgen en betrokken worden bij beslissingen. Nu krijgen talentvolle mensen niet de kans zich uit te spreken. Dat is een bedrijfsmodel van de jaren zestig”, luidt het.

De minister countert in het interview ook de kritiek dat de regering te fel bespaart op de NMBS. “De waarheid is dat het Belgische spoor de Belgen collectief veel geld kost. De inspanning is groot, maar er is geen andere weg. Elke passagier kost de staat 12,50 euro, zodra hij een voet op een trein zet. En elk gezin betaalt 650 euro per jaar aan de NMBS. ça suffit”, besluit Bellot.