Selfitis. Het klinkt als een mopje en dat was het eerst ook. De term kwam drie jaar geleden al naar boven in een humoristisch fopbericht op sociale media. Nu is het echter de officiële term geworden voor een gedragsstoornis. “Het lijkt erop dat we het bestaan van selfitis kunnen bevestigen”, schrijft gedragspsycholoog en hoofdonderzoeker Mark Griffiths.

Enorme vragenlijst bij focusgroepen

De conclusies van het universitair team zijn gebaseerd op een uitgebreid onderzoek. Wetenschappers van de Britse universiteit trokken naar India, omdat de link tussen selfies nemen op gevaarlijke plaatsen en het aantal doden daar het grootst is. Bovendien heeft het Aziatische land ook de meeste Facebookgebruikers.

Een focusgroep van 200 mensen kreeg een vragenlijst voorgeschoteld. Zij moesten stellingen beantwoorden zoals “wanneer ik geen selfies neem, lijkt het alsof ik niet meer bij mijn vriendengroep hoor” en “ik voel me zelfzekerder als ik selfies neem”. Aan de hand van die interviews konden de academici een schaal opstellen: ‘de selfitisgedragschaal’. Die werd getoetst bij 400 andere studenten.

Drie stadia

In het ‘International Journal of Mental Health and Addiction’ schreef het team van Griffiths hun opmerkelijke resultaten neer. “Dit onderzoek over selfitis is een belangrijke toevoeging voor de studies over technologie gerelateerde gedragsstoornissen. Wie aan de aandoening lijdt, heeft vaak last van een gebrek aan zelfvertrouwen en zoekt naar een weg om erbij te horen”, zegt onderzoeker Janarthanan Balakrishnan. “Deze mensen kunnen symptomen vertonen die gelijkaardig zijn aan ander verslavingsgedrag.”

Uiteindelijke spreken de onderzoekers nu van drie verschillende stadia. Als iemand minstens drie selfies per dag neemt, maar ze vervolgens niet op Facebook, Instagram, Snapchat of Twitter post, dan spreken de academici van een grensgeval. Wanneer ze steevast op sociale media verschijnen, dan komt die persoon in de acute fase. Wie volledig de controle verliest en 24 uur per dag in de weer is met het trekken van selfies heeft wel een probleem. Als die persoon meer dan zes keer per dag zo’n Snap of foto de wereld instuurt, dan spreken de psychologen van “chronische selfitis”.

De academische wereld gaat de stoornis nu verder onderzoeken. Zo willen ze te weten komen wat de motieven zijn voor selfitis en hoe die gedragsstoornis kan worden aangepakt.