Turkse Nederlanders verdacht van beramen moordaanslag op Erdogan
Twee Turkse Nederlanders die in Nederland op de terrorismelijst staan, zijn in Griekenland opgepakt op verdenking van het beramen van een moordaanslag op de Turkse president Erdogan. Ze zitten sinds eind vorige maand in de cel, net als zeven andere verdachten.
Zeker een van de twee mannen heeft zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit. Ze zijn lid van de Turkse extreem-linkse groep DHKP-C, die door Turkije, maar ook door de EU en de VS wordt beschouwd als een terreurorganisatie. Samen met zeven andere verdachten zitten ze sinds eind november gevangen in Athene.
Het tweetal was in november naar de Griekse hoofdstad gereisd, waar de Turkse president Recep Tayyip Erdogan op 7 en 8 december een historisch bezoek bracht. Het bezoek ging gepaard met strenge veiligheidsmaatregelen.
Volgens de Griekse krant To Vima zouden de negen leden van de DHKP-C een moordaanslag op Erdogan hebben beraamd. Ze zouden het konvooi van de Turkse president van twee kanten hebben willen aanvallen met raketwerpers, molotovcocktails en handgemaakte granaten. Dat zou zijn gebleken uit plannen voor de aanslag die de Griekse antiterreureenheden vonden bij invallen op drie plaatsen waar leden van de groep zich schuilhielden. De invallen vonden plaats op 28 november, de verdachten werden daarbij aangehouden en de dag daarop in beschuldiging gesteld.
De Griekse speurders zouden nog op zoek zijn naar wapens die de groep had willen gebruiken. Die zouden verborgen zijn in het Parnitha-gebergte in de buurt van Athene.
De DHKP-C noemt het moordcomplot "een leugen" en roept in een verklaring op tot de vrijlating van haar leden.