Direct naar artikelinhoud
REVIEW

'Falstaff' bij Opera Vlaanderen: Christoph Waltz kiest voor bitterzoete humor

'Falstaff' bij Opera Vlaanderen: Christoph Waltz kiest voor bitterzoete humor
Beeld Annemie Augustijns

De tweede operaregie van Oscarwinnaar Christoph Waltz drijft de soberheid tot het uiterste. Maar wat in Rosenkavalier gezocht subtiel leek, wordt in Falstaff helder.

Wat is een er komisch aan een komische opera? De vraag wordt al sinds Mozarts Da Ponte-opera’s gesteld, maar is op de spits gedreven in Verdi’s Falstaff, aantoonbaar de meest geniale komische opera uit de romantiek. In Christoph Waltz’ enscenering voor Opera Vlaanderen is er zeker humor, maar vaak is die van het bitterzoete soort. Dat past bij het hoofdpersonage. Voor een levensgenieter is ouder worden vaak een kwestie van de laatste kans. Zeker als daar ook zijn seksualiteit mee is gemoeid. En niemand hem die gunt.

Als het doek opgaat, is je eerste gedachte: Waltz overdrijft zijn terughouding. Of erger: hij capituleert. Een niet erg mooi coulissendecor met afgeronde hoeken, een achtergordijn, een met restanten van een eetfestijn overladen tafel, een bank: dat is het zowat. Ironische citaten van de première in 1893? Maakt niet uit, want Waltz weet hoe hij bij zangers spelplezier kan losweken. 

In de eerste scène is dat spel nog wat houterig, maar zodra de niet zo vrolijke (eerder sadistische) vrouwtjes van Windsor opdagen, vloeit alles mooi in elkaar en vergeet je het nagenoeg onbestaande decor. Scène volgt op scène met perfect aangehouden tempo. Sommige, zoals Falstaffs monoloog aan het begin van het derde bedrijf, waarin hij zijn nakende dood gelijkstelt aan het “verdwijnen van de ware mannelijkheid uit de wereld”, gaan op ontroerende wijze naar de essentie van het stuk. Andere lijken frivole spelletjes, maar nooit zonder een wrange ondergrond. Net als Verdi’s muziek, die een heldere lach virtuoos verweeft met nostalgie en stille wanhoop.

Regisseur Christoph Waltz weet hoe hij bij zangers spelplezier kan losweken

Allemaal gefopt

Na de pauze heeft Waltz voor een coup de théâtre gezorgd. Het hele orkest heeft plaats genomen op het toneel. De personages, die zich hebben klaargemaakt voor het nachtelijke eindspel, komen enigszins onhandig uit de orkestbak gekropen.  De wraakzucht van de vrouwen en hun mannelijke aanhang bereikt een fysiek en verbaal gewelddadig hoogtepunt maar Falstaff gaat niet ten onder. Hij heeft zelfs het laatste woord: "Allemaal gefopt!’ (wil zeggen: zelfs het jonge, ‘zuivere’ liefdespaar Nannetta en Fenton)". Aan het einde heeft Waltz de totale uitkleding bereikt: er is geen theater meer maar enkel nog concert. Nog een capitulatie? Eerder het kale einde.

Ook in dit laatste deel is de timing weer perfect. Daar dragen ook de minutieuze, enigszins koele, kamermuzikale directie van Tomáš Netopil en het zeer gedisciplineerde, precieze orkest toe bij. Moet het nog gezegd dat er uitstekend wordt gezongen en geacteerd, zonder sterallures? Toch enkele namen: Craig Colclough als Falstaff, Jacquelyn Wagner als Alice Ford, Julien Behr als Fenton en de jonge Anat Edri als Nannetta.

Nog voorstellingen in Antwerpen tot 31 december, in Gent van 10 tot 20 januari.

Allemaal gefopt
Beeld Annemie Augustijns