Truckers mogen niet langer slapen in hun vrachtwagen

Een Europese verordening over rij- en rusttijden in de transportsector verplicht vrachtwagenchauffeurs om een 'normale wekelijkse rusttijd' van 45 uur op te nemen, boven op de normale dagelijkse rusttijd van minstens elf uur. Ons land bepaalde in een koninklijk besluit uit 2014 dat dat niet aan boord van het voertuig mag gebeuren. Als transportbedrijven dat toch toelaten, kunnen ze een boete van 1.800 euro krijgen.

Het transportbedrijf Vaditrans uit Temse had klacht ingediend bij de Raad van State: het koninklijk besluit was volgens hen niet wettelijk, omdat de Europese regels niet verbieden dat chauffeurs de wekelijkse rusttijd in de cabine opnemen. De Belgische staat spreekt dat tegen en zegt dat uit de verordening juist duidelijk blijkt dat een bestuurder zijn normale wekelijkse rusttijd niet in het voertuig mag doorbrengen. De Raad van State vroeg het EU-Hof om een verduidelijking. 

Die kwam er nu. Het Hof oordeelt dat vrachtwagenchauffeurs hun verplichte weekendrust niet in hun cabine mogen doorbrengen en dat voor het welzijn van de chauffeurs. "Een vrachtwagencabine blijkt geen geschikte plaats voor langere rustperioden", stelt het Hof. "Het hoofddoel van de verordening bestaat erin de arbeidsomstandigheden van werknemers in de vervoerssector en de verkeersveiligheid in het algemeen te verbeteren."

Volgens de Nederlandse transportbond FNV Transport & Logistiek komt met deze uitspraak definitief een einde aan het uitbuiten van Oost-Europese chauffeurs die door toedoen van hun werkgevers in de vrachtwagen moeten slapen. 

De verkorte wekelijkse rusttijd -die kan worden ingekort van 45 naar 24 uur - kan eventueel wel in de cabine, maar onder voorwaarden. Bijvoorbeeld dat de vrachtwagen genoeg slaapfaciliteiten biedt.

Transportbond ACV-Transcom reageert tevreden. Ze vraagt nu strengere controles en een krachtdadiger optreden, "zonder onderscheid te maken tussen Belgische bedrijven en buitenlandse ondernemingen die aan de basis liggen van sociale dumping. Ook TransportBond BTB-ABVV reageert blij. "Dit is een belangrijke stap in de strijd tegen sociale dumping, en ook goed voor de verkeersveiligheid. Deze uitspraak is van cruciaal belang. Geen gehakketak meer over hoe de regel moet geïnterpreteerd worden."

Het arrest van het Europees Hof bevestigt de regel die al langer in België geldt en waarop ook controles worden uitgevoerd, zegt staatssecretaris Philippe De Backer (Open Vld), die eveneens benadrukt dat de maatregel helpt in de strijd tegen de sociale fraude in de sector. Ook minister van Mobiliteit François Bellot (MR) heeft dit standpunt verdedigd binnen Europese organen.

"Dit laat zien dat België een koploper is", reageert staatssecretaris De Backer. Vanuit Europa wordt immers nieuwe wetgeving klaargestoomd - het zogenaamde mobility package - met een pakket maatregelen voor de transportsector en waarin het principe wordt opgenomen dat chauffeurs hun lange rusttijden niet in de cabine mogen opnemen. "Wat wij al langer doen wordt de facto Europese wetgeving", aldus nog De Backer.

Zijn Mobiliteitscollega François Bellot (MR) benadrukt dat ons land altijd zeer duidelijk is geweest over zijn standpunt. De minister heeft dit ook verdedigd, zowel binnen de raad van ministers van Transport van de Europese Unie als binnen de "Alliantie van het Wegverkeer", het informele overleg van negen landen van de Europese Unie die samen standpunten innemen en verdedigen en aansturen op een verdere harmonisering van de sociale en fiscale regels op Europees vlak. Nog maar twee weken geleden was er een informele top van deze landen in Brussel, op initiatief van minister Bellot.