De zondag na de aanslagen in Brussel op 22 maart zou er normaal gezien een ‘mars tegen de angst’ plaatsvinden in de hoofdstad. Een dag ervoor werd de bijeenkomst echter geannuleerd door Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). “Wegens niet genoeg politie beschikbaar”, luidde het toen.

Maar dat was niet de echte reden, zo blijkt nu. “Er waren concrete aanwijzingen dat Moustapha Benhattal en Yassine Attar, een aanslag zouden plegen tijdens de mars”, aldus RTL-TVI op basis van het gerechtelijk dossier. Het federaal parket weigert echter elke vorm van commentaar op het bericht. "Wij geven nooit commentaar over eventuele dreigingen", klinkt het.

Moustapha Benhattal en Yassine Attar zijn allebei bekende namen in het terreurdossier. Benhattal is de oom van Khalid en Ibrahim El Bakraoui, de broers die zichzelf opbliezen tijdens de aanslagen op 22 maart. Hij werd in juni opgepakt. Dat gebeurde nadat hij ervan werd verdacht een aanslag te plannen op de fanzone voor het EK 2016 aan het Rogierplein in Brussel.

Twee maanden ervoor konden de speurders Attar al arresteren. Hij is de neef van de broers El Bakraoui én de broer van Oussama Attar, van wie vermoed wordt dat hij het brein achter de aanslagen van Brussel is. Oussama Attar is nog altijd op de vlucht.