7 tot 13 september 1916: uitgaansverbod in Brussel

In Brussel blijven cafés, restaurants en andere uitgaansgelegenheden na 8 uur 's avonds een tijdlang dicht en iedereen moet binnenblijven. De Duitse gouverneur-generaal heeft de straf opgelegd na al te enthousiaste reacties op het overvliegen van een vijandelijk vliegtuig.

In de avond van 6 september was een tweedekker over Brussel gevlogen, ondanks het Duitse luchtafweer. Het toestel had eerst de hangars voor Zeppelins te Evere met bommen bestookt.

Daarna was het vliegtuig nog een 20 minuten boven de stad blijven rondtoeren en vlugschriften uitgeworpen. Op die blaadjes stond dat de Geallieerden succes boeken en het uur van de bevrijding nadert.

Volgens de Duitse gouverneur werden toen vanuit het stadscentrum “lichtsignalen” naar het vliegtuig gestuurd en vonden er in sommige straten “manifestaties” plaats. Inderdaad waren de mensen op straat spontaan gaan juichen en applaudisseren.

Postkaart die het bombardement op de zeppelinopslagplaats in Evere voorstelt, een zeer overdreven weergave van de feiten, de resultaten waren in werkelijkheid veel bescheidener ( illustratie Luchtvaartgeschiedenis.be).  Beginfoto: muziekkapel van de Duitse marine trekt dor Brussel  (Albums Valois, BDIC)

Als straf mogen de cafés, restaurants, winkels, theaters enz. in het centrum van Brussel en enkele aangrenzende buurten een week lang (van 12 tot 18 september) vanaf 20 uur niet meer open zijn.

Tegelijk mag niemand ’s nachts in dat gebied op straat komen, behalve onderdanen van Duitsland en bondgenoten, plus politiemannen, nachtwakers e.d.

Het stadscentrum lijkt nu ’s avonds op een spookstad. Geen enkel café of restaurant heeft een uitzondering op het verbod willen vragen. Enkel de gelegenheden die door Duitsers worden gerund, zijn open.

De gouverneur legt ook maatregelen op in het geval van een “vijandelijke” luchtaanval. De trams moeten dan meteen stoppen en als het donker is, moeten alle lichten in de Brusselse agglomeratie worden gedoofd.

Charles Coomans en Jacques de Meeus, de piloten die de raid op Brussel uitvoerden ( illustratie Luchtvaartgeschiedenis.be )

Von Bissing benoemt ereprofessoren in Gent

Gouverneur-generaal von Bissing heeft een aantal benoemingen gedaan voor de nieuwe, vervlaamste Universiteit van Gent, die binnenkort van start gaat.

Ze worden benoemd tot “ereprofessor”. Die graad is door von Bissing zelf ingesteld voor “verdienstelijke mannen, die hunne bezigheid buiten de Universiteit hebben”. Ze kunnen worden benoemd buiten de gewone wettelijke procedures.

Op die manier, zo merken critici op, kunnen de Duitsers het tekort aan professoren aanvullen. Het grootste deel van het bestaande onderwijzend personeel kan of wil immers niet doceren aan de nieuwe universiteit.

Gouverneur-generaal von Bissing, in het midden vooraan, omringd door zijn staf in Brussel (Albums Valois, BDIC )

De meest omstreden benoeming is die van Pieter Lodewijk Tack, leraar aan het atheneum in Elsene en de normaalschool voor meisjes in Brussel. Hij wordt "gewoon ereprofessor" in de Nederlandse filologie.

Tack was voor de oorlog actief in het Willemsfonds en het Algemeen Nederlands Verbond. Hij kreeg eerder dit jaar van de Duitse overheid de opdracht om in het middelbaar onderwijs het gebruik van het Nederlands te controleren.

Enkele van de "ereprofessoren" waren nog niet zo lang geleden als student actief voor de vervlaamsing van de Gentse universiteit.

Pieter Lodewijk Tack, derde van rechts op de tweede rij, tussen de andere leden van het bestuur van de 'Société de Etudiants Liberaux', de liberale Gentse studentenvereniging, van het academiejaar 1894-1895 (collectie Liberaal Archief)

Onder de "ereprofessoren" Adriaan Martens (31), een huisarts die aan de faculteit geneeskunde wordt benoemd en oud-lid van het Studentengenootschap “’t Zal wel gaan”.

Een andere is Marcel Minnaert (23), oud-student biologie die nu natuurkunde gaat doceren. Minnaert is een overtuigd Grootnederlander en maakt deel uit van de radicale groep “De bestuurlijke scheiding”.

De Belgische regering in Le Havre laat weten dat drie professoren van de Gentse universiteit die aanvaard hebben te doceren aan de Vervlaamste universiteit, geschrapt worden uit de Leopoldsorde.

Links Adriaan Martens op latere leeftijd, rechts Marcel Minnaert. Tack, Martens en Minnaert zouden als activisten na de oorlog naar Nederland vluchten. Martens stichtte later een kliniek in Astene. Zijn omstreden benoeming tot lid van de Vlaamse Academie voor Geneeskunde zou nog in 1939 de regering doen vallen. Minnaert werd in Nederland een internationaal befaamd sterrenkundige.

De gebouwen van de Gentse universiteit aan de Rozier tijdens de Duitse bezetting ( Albums Valois, BDIC)

Georges Van Raemdonck  in De Amsterdammer van 2 september 1916.

Duitsers halen Duits papiergeld uit Nationale Bank

Duitse ambtenaren hebben de kluizen van de Nationale Bank in Brussel geopend om er voor 135 miljoen mark aan Duitse bankbiljetten weg te halen. De biljetten zijn in zakken naar het Noordstation gebracht en op de trein naar Berlijn gezet.

De directie van de Nationale Bank had geweigerd daarbij te helpen. Ze wilde zelfs geen materiaal geven om de zakken te verzegelen.

Formeel blijft dat geld eigendom van de Nationale Bank, maar het komt op een rekening van de Deutsche Reichsbank. Toch spreken de Belgen van een hold-up.

Een Duits bankbiljet van 1.000 mark. Alleen de biljetten van grote waarde werden meegenomen. Voor kleinere coupures zou het te veel moeite hebben gekost ze te tellen.

De kluizen van de Nationale Bank zaten vol Duitse bankbiljetten. De reden was niet ver te zoeken.

De Belgen zijn verplicht betalingen van de Duitsers in papieren marken te aanvaarden, aan een zeer ongunstige koers. Iedereen wil zoveel mogelijk af van dat Duits geld. Uiteindelijk belanden die ongewenste bankbriefjes bij de Nationale Bank, die ze aan niemand kwijt kan.

De Duitsers eisten al een tijd dat de Nationale Bank deze geldvoorraad in de Reichsbank zou deponeren, die ze wel kon gebruiken. De directie van onze centrale bank weigerde, omdat dit de Duitse economie ten goede zou komen.

De Duitsers zijn ook 103 miljoen mark aan papiergeld gaan ophalen in de Antwerpse zetel van de Nationale Bank. Hetzelfde gebeurde met de 300 miljoen mark die gedeponeerd zijn bij de Société Générale, de grootste privébank van het land.

Sinds eind 1914 geeft de Société Génerale eigen bankbiljetten uit. Ze doet dat voor rekening van de Nationale Bank, die zelf geen geld meer drukt omdat haar goudvoorraad zich in Londen bevindt.

De Duitse overheid in België laat in een mededeling weten dat de Nationale Bank en de Société Générale akkoord zijn met de verhuis van de geldvoorraad. De maatregel wordt voorgesteld als iets waar iedereen voordeel bij heeft.

"De 'alleredelste' heren 'moffen' officieren in Brussel". Karikatuur verschenen in Le Petit Journal in mei 1916

Hoog Brits bezoek in De Panne

De voorbije week heeft de Britse koning George V een bezoek gebracht aan het Belgisch front en onze koninklijke familie in De Panne.

Op de foto boven rechts is hij in gesprek met onze koning Albert. Koningin Elisabeth (foto linksboven) fotografeert de twee heren, terwijl haar kinderen en de prins van Wales toekijken. De koningin is een getalendeerde amateur-fotografe.

Voor zijn verblijf in De Panne bezocht George V de Britse troepen in Frankrijk bij de Somme. Op de foto onder staat hij tweede van rechts met een verrekijker. Samen met opperbevelhebber Haig bekijkt hij de aanval op het dorpje Pozières.

Hoog Turks bezoek aan het Oostfront

De Turkse generaal en minister van Oorlog Enver Pasha, een van de drie mannen die feitelijk de leiding heeft in Turkije, brengt dezer dagen een bezoek aan het Oostfront, in Silezië en Galicië.

Sinds enkele weken vechten daar ook enkele 10.000 Turkse soldaten mee aan de zijde van de Duitsers en de Oostenrijks-Hongaarse troepen.

Op de foto boven staat hij tweede van links naast de Duitse veldmaarschalk von Mackensen, de bevelhebber aan het Oostfront. Op de andere foto schouwt Enver Pasha de Turkse troepen.

Tweede verjaardag Slag bij de Marne

En in Frankrijk is op 9 september, nu al voor de tweede keer, de verjaardag van de Slag bij de Marne herdacht. In september 1914 slaagden de Fransen en de Britten erin bij de Marne de Duitse opmars naar Parijs te stoppen.

Links een grote menigte en veel vlaggen van patriottische verenigingen voor de kathedraal van Meaux, waar een herdenkingsdienst werd gehouden voor de soldaten die sneuvelden voor het vaderland.

Rechts een plechtigheid bij het herdenkingsmonument van Etrépilly dat een jaar geleden is opgericht.

Meest gelezen