Raadkamer verlengt voorlopige hechtenis Abrini, Krayem, Ayari en Atar

Mohamed Abrini (32) werd op 8 april 2016 opgepakt in Anderlecht, een tweetal weken na de aanslagen van 22 maart in Zaventem en Brussel, maar werd al gezocht sinds de aanslagen in Parijs op 13 november, onder meer omdat hij twee dagen voor de aanslagen samen met Salah Abdeslam werd gefilmd in een tankstation op de snelweg naar Parijs. Abrini bekende dat hij de "man met het hoedje" is, die gefilmd werd op bewakingsbeelden van de luchthaven van Zaventem kort voor zijn twee mededaders zich opbliezen.

De Syrische Zweed Ossama Krayem (24) werd ook op 8 april opgepakt. Hij werd gefilmd in metrostation Pétillon kort voor de aanslag in Maalbeek, toen hij vluchtig enkele woorden wisselde met Khalid El Bakraoui. De man, die ook bekendstond onder de valse Syrische identiteit Naïm Al Hamed, had zich ook in de metro moeten opblazen maar krabbelde terug en goot zijn lading TATP in het toilet van de flat in Etterbeek waar hij zich met Khalid El Bakraoui had schuilgehouden.

De 24-jarige Tunesiër Sofien Ayari werd samen met Salah Abdeslam opgepakt in Sint-Jans-Molenbeek, op 18 maart 2015, drie dagen nadat het duo ontsnapt was uit een flat in de Driesstraat in Vorst, waar de politie was binnengevallen. Tijdens die inval was het tot een vuurgevecht gekomen waarbij een derde man, Mohamed Belkaïd of "Samir Bouzid", omkwam. Over zijn rol bij de aanslagen in Parijs is minder duidelijkheid. Uit het onderzoek is wel gebleken dat Ayari in oktober 2015 al samen met Salah Abdeslam gecontroleerd was in het Duitse Ulm, wellicht nadat hij was afgereisd uit Syrië. Ook is bekend dat Ayari samen met Ossama Krayem, die betrokken was bij de aanslag in het metrostation Maalbeek op 22 maart 2016, op 13 november 2015 met een bus vanuit Brussel naar de Amsterdamse luchthaven Schiphol reisde. Krayem zelf gaf tijdens verhoren aan de Belgische politie toe dat hij als opdracht had om daar "kluizen te vinden die voldoende groot waren om er wapens, explosieven of geld te bewaren". Over de verklaringen van Ayari zelf sijpelde voorlopig nog weinig naar buiten.

Yassine Atar is de neef van de broers El Bakraoui, die zich opbliezen bij de aanslagen in Brussels Airport en Maalbeek en de jongere broer van Oussama Atar (32), die beschouwd wordt als het brein of op zijn minst de inspirator was van de aanslagen en zou schuilgaan achter de naam Abou Ahmad.

Bij zijn arrestatie was Atar in het bezit van een sleutel van het appartement in Schaarbeek, waar de bomgordels die gebruikt werden voor de aanslagen in Parijs werden gemaakt en waar Salah Abdeslam zich enkele weken verstopte. Er zouden bovendien ook sporen van de explosieve vloeistof nitroglycerine aangetroffen zijn op het lichaam van Yassine. Alvast dat laatste werd door de familie Atar tegengesproken. Uit tegenexpertises zou ook blijken dat de stof slechts in minieme concentraties op zijn huid werd aangetroffen.

Inmiddels zijn nog andere elementen aan het licht gekomen die Atar aan de aanslagen in Parijs zouden linken. Zo duikt Atars naam een eerste maal in het dossier op in juli 2015, als hij in Spanje gecontroleerd wordt achter het stuur van een wagen die ingeschreven staat op naam van Majid R. Die identiteit werd ook gebruikt door Ismail Mostefai, één van de terroristen die op 13 november 2015 het bloedbad in de concertzaal Bataclan aanrichtten.

Op 18 en 19 september 2015 reisde Atar opnieuw heen en weer naar Spanje en bij zijn terugkeer trok hij meteen naar Verviers. Het federaal parket vermoedt dat hij daar toen Ibrahim El Bakraoui ontmoette. Uit analyse van het gsm-verkeer blijkt ook dat Atar in nauw contact stond met Khalid El Bakraoui en met Mohammed Bakkali, die een sleutelrol zou gespeeld hebben bij de voorbereidingen van de aanslagen in Parijs. Hij zou ook voor sim-kaarten gezorgd hebben die door verschillende betrokkenen bij de aanslagen in Parijs gebruikt werden.