De vier Turken hanteerden telkens dezelfde werkwijze om eind 2011 zeven Duitse fabrikanten van dakplaten voor grote bedragen op te lichten. Op het einde van de werkweek belden ze naar één van de firma’s om een grote bestelling dakplaten te plaatsen. Ze hingen telkens het verhaal op dat hun vaste leverancier een foutieve levering dakplaten op een werf had afgezet die daar niet kon gebruik worden. Ze vroegen dan aan de firma om een noodlevering dakplaten te doen die wel aan hun voorwaarden voldeden. De levering zou telkens op het begin van de volgende werkweek in hun opslagplaats in Zonhoven geleverd moeten worden. Ter ondersteuning van hun verhaal hadden ze een bedrijfswebsite met referenties van voltooide projecten opgezet.

Als de firma inging op hun vraag, fabriceerden ze een vals internationaal overschrijvingsbewijs dat ze op vrijdag doorstuurden. Daardoor konden de Duitse firma’s de betaling voor de levering niet meer controleren en gingen ze er foutief van uit dat de betaling onderweg was. Op die manier kregen ze voor meer dan 370.000 euro aan dakplaten in hun bezit. De dakplaten werden onmiddellijk goedkoop doorverkocht aan andere firma’s die ze lieten geloven dat het een verkeerde levering was. Een firma uit Bree kocht zo een lading dakplaten voor 20.000 euro. De zaakvoerder kreeg de opschorting.

Volgens het OM waren de beklaagden goed georganiseerd en wapengevaarlijk. Bij huiszoekingen werden verschillende gebruiksklare wapens aangetroffen. Ook bedreigden ze hun afnemers. De winsten werden onmiddellijk verdeeld en naar Turkije doorgesluisd.

Naast de gevangenisstraffen en de boetes kregen de vier Turken ook een verbod om 10 jaar lang als zaakvoerder op te treden in een Belgische onderneming. Aan één Duitse firma die zich burgerlijke partij had gesteld moeten de vier schuldigen een schadevergoeding van 18.423 euro betalen.