Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Vreemd dat er zoveel verbazing is over de gefolterde Sudanezen

Vreemd dat er zoveel verbazing is over de gefolterde Sudanezen
Beeld Eva Beeusaert

Koen Vidal is commentator bij De Morgen. 

Vreemd toch dat er zoveel verbazing is over het nieuws van de gefolterde Sudanezen.

Want eigenlijk wist de Belgische regering al van in het begin dat ze met de uitwijzing van Sudanese vluchtelingen/migranten naar Khartoem een groot risico nam. Meer nog: er waren tal van objectieve feiten op basis waarvan België met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kon concluderen dat er onvoldoende garanties waren dat de teruggestuurde Sudanezen niet onderworpen zouden worden aan folteringen.

Ten eerste is elke samenwerking met het regime van de Sudanese president Omar al-Bashir extreem problematisch. Het gaat niet op om te zeggen dat je als westerse regering vroeg of laat praktische afspraken moet maken met een autoritair regime. Al-Bashir is immers veel meer dan een dictator: het Internationaal Strafhof heeft tegen deze president een internationaal aanhoudingsmandaat uitgevaardigd voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de provincie Darfur. Bij dat conflict vielen minstens 300.000 doden, vooral burgers. België is lid van het Internationaal Strafhof en wordt verondersteld om Al-Bashir te vervolgen en niet om met de man zaken te doen.

België is lid van het Internationaal Strafhof en wordt verondersteld om Al-Bashir te vervolgen en niet om met de man zaken te doen

Snoepreis

Dat plannen maken met Al-Bashir bijna altijd tot problemen leidt, bleek al snel uit de samenstelling van de Sudanese identificatiemissie die samen met de Belgische asielinstanties moest vaststellen wie naar Sudan kon worden uitgewezen en wie niet. Iedereen die Sudan een beetje kent, weet dat zo’n team niet bemand wordt door brave ambtenaren op snoepreis, maar door leden van de inlichtingendiensten. Sudanese spionnen hebben een verschrikkelijke reputatie: dat hadden de Belgische ministers in tientallen mensenrechtenrapporten kunnen lezen.

Nog een element dat voor uiterste voorzichtigheid had moeten zorgen: het directe aanspreekpunt van de Belgische overheid was de Sudanese ambassadeur Motrif Siddiq Ali, niet enkel een familielid van Al-Bashir, maar ook jarenlang onder-directeur van de Sudanese inlichtingendienst en ook wel bekend als de belangrijkste fixer van het regime.

Volste recht

Politici van verschillende partijen hebben natuurlijk het volste recht om openlijk te discussiëren over het Belgische asiel- en migratiebeleid. Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) neemt met verve deel aan dit debat en wist veel mensen van zijn gelijk te overtuigen.

In het vluchtelingenbeleid word je vroeg of laat geconfronteerd met rode lijnen die je niet kunt overschrijden zonder mensen in gevaar te brengen

Maar daarover gaat deze kwestie eigenlijk niet: in het vluchtelingenbeleid word je vroeg of laat geconfronteerd met rode lijnen die je als beleidsverantwoordelijke niet kunt overschrijden zonder mensen in gevaarlijke situaties te brengen. Samenwerken met het regime van een vervolgde oorlogsmisdadiger is zo’n rode lijn en dat wisten we enkele maanden geleden ook al.