Steeds meer mensen doen een beroep op gezelschapsdienst voor hulpbehoevende ouders

Vijfentwintig jaar geleden startte Irène Janssen uit Maasmechelen de gezelschapsdienst op. Samen met haar haar man zorgde ze jarenlang voor haar dementerende schoonmoeder. Uit ervaring weet ze dat het niet evident is als je geen beroep kan doen op iemand anders. Irènes initiatief groeide intussen uit tot een succes en werd al in 53 steden en gemeenten in Vlaanderen overgenomen. 

De gezelschapsdienst van de Gezinsbond werkt via hetzelfde principe als hun bekende babysittersdienst. Alleen worden er hier (brug)gepensioneerden ingezet om een paar uurtjes langs te gaan bij senioren met een 'zorgnood'. "Het kan gaan om mensen die geen familie hebben, maar ook om mensen waarvan de kinderen niet voldoende tijd kunnen vrijmaken om hun ouders extra te ondersteunen", verduidelijkt Dieter Stynen van de Gezinsbond.

Maar vooral in families met een dementerende ouder wordt de gezelschapsdienst ingeschakeld.  Om hen zo lang mogelijk thuis te kunnen verzorgen, stelt de familie een zorgplan op met diensten als familiehulp, thuisverpleging, gezinsleden,... . De gaten die dan in het schema overblijven, vult de Gezinsbond vaak op. 

De vrijwilligers  houden de oudere mensen dan enkele uren 'gezelschap', al kan dat ruim ingevuld worden. "Het kan gaan om een babbel of een wandeling door de tuin, maar evengoed om een uitstapje naar de winkel", zegt Stynen. "Zelfs voor kleine huishoudelijke klusjes kunnen onze vrijwilligers ingeschakeld worden. Zolang ze maar geen medische taken op zich moeten nemen."

Terwijl het aantal babysitbeurten jaar na jaar lichtjes daalt, steeg het aantal gezelschapsbeurten in 2016 met 25 procent. In Vlaanderen telde de dienst vorig jaar een kleine 24.000 prestaties. In de provincie Limburg is die het sterkst uitgebouwd met 20.000 geleverde prestaties. In 2016 was de afdeling van Irène in Maasmechelen koploper met 7.000 prestaties geleverd door 80 vrijwilligers. 

Volgens Dieter Stynen van de Gezinsbond is er een duidelijke verklaring voor het feit dat de dienst vooral in Limburg en de Kempen populair is. "De gezelschapsdienst is in Limburg ontstaan. Van daaruit is de dienst zich geleidelijk aan gaan verspreiden", zegt Stynen. Maar er is ook een socio-demografische verklaring. "Limburg wordt niet alleen gekenmerkt door een felle vergrijzing, maar ook door ontgroening. Meer en meer jonge mensen trekken er weg, waardoor heel veel ouderen alleen komen te staan. Onze gezelschapsdienst vult dan ook de leegte  op die ontstaat wanneer kinderen niet meer in de buurt wonen."