Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Leerkrachten en CLB's trekken aan alarmbel: "Burn-out bij scholieren is verdoken probleem"

Steeds meer scholieren hebben het psychisch moeilijk als gevolg van een verkeerde studiekeuze.Beeld ANP

Gisteren was het rapportendag op veel middelbare scholen. Leerkrachten en CLB's trekken aan de alarmbel: steeds meer scholieren kampen met burn-outverschijnselen. "Het is een verborgen probleem."

Vanuit de klassenraden kwamen deze week alarmerende berichten: opvallend veel jongeren blijken in behandeling voor psychische problemen die doen denken aan een burn-out. Jongeren die helemaal 'op' zijn en daar ook medische hulp voor nodig hebben. 

Echte cijfers zijn er niet, maar dat het fenomeen de jongste jaren in opmars is, mag duidelijk zijn, stelt Patrick Lancksweerdt, directeur van het vrij CLB van Roeselare. “Heel vaak ligt een verkeerde studiekeuze aan de basis van die problemen. Jongeren komen in een richting terecht die te zwaar voor hen is en gaan er uiteindelijk aan kapot.”

Het gaat volgens Lancksweerdt ook grotendeels om een verdoken probleem. Want de link tussen die te zware richting en de psychische problemen wordt niet altijd gelegd. “Ik kreeg onlangs een jongen uit het vijfde middelbaar binnen bij wie de stoppen waren doorgeslagen. Die jongen begon plots zijn kamer kort en klein te slaan. Pas een hele tijd later bleek het feit dat hij op school voortdurend op de tippen van zijn tenen moest lopen aan de basis te liggen van zijn gedrag. Het is een soort sluipend proces."

Hoog en laag

Het is vooral een mentaliteitsprobleem in onze samenleving, stelt Rania el Mard, voorzitster van de Vlaamse Scholierenkoepel. “Er wordt nog steeds een onderscheid gemaakt tussen 'hoge' en 'lage' opleidingen. Dat zou niet mogen. Je moet een opleiding kiezen die je ligt. Mijn broertje is ook begonnen in Latijn, maar kwam tot de conclusie dat dat niets voor hem is. Hij wou iets socialers, iets minder theoretisch. En volgt nu sociaal-technische wetenschappen. Dat is niet ‘lager’, dat is beter voor hem en geeft hem evengoed mogelijkheden om verder te studeren.”

En toch wordt er nog massaal zo gedacht, bleek onlangs uit het Transbaso-onderzoeksproject van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). 3.000 leerlingen in 36 scholen in Gent en Antwerpen werden ondervraagd over hun overgang van het basis- naar het secundair onderwijs. Ook ouders en leerkrachten werden bij het onderzoek betrokken. 

'Als een leerling jaar na jaar met de hakken over de sloot geraakt, dan kan dat heel nefast zijn voor zijn welzijn'
Patrick Lancksweerdt, directeur vrij CLB Roeselare

Alle betrokkenen spreken nog altijd over ‘hoge’ en ‘lage’ richtingen en over ‘afzakken’ als de richting te hoog gegrepen is. Leerlingen die op de middelbare school niet starten met prestigieuze studierichtingen zoals Latijn of moderne, lijken zich ook al meteen 'mislukt' te voelen.

Interesses

De realiteit is dat het meestal de omgeving is – de ouders – die de tiener aanspoort zo hoog mogelijk te mikken. Omdat ouders nu eenmaal de beste kansen willen geven aan hun kind. 

Maar de 'hoogste' opleiding is voor een kind lang niet altijd de beste, meent CLB-directeur Lancksweerdt. “Als een leerling jaar na jaar met de hakken over de sloot geraakt, dan kan dat heel nefast zijn voor zijn welzijn. En nog iets wat we steeds vaker zien: scholen en ouders lijken te denken dat ze met remediëring, bijles of extra oefeningen een kind in een bepaalde studierichting kunnen houden. Dan krijgt die jongere bijvoorbeeld een A-attest met advies van richting te veranderen. Maar de ouders zien alleen het A-attest, want zo’n advies is niet bindend. En dus is de redenering: we proberen het nog even verder en zien dan wel.”

Gisteren was een van de piekmomenten voor de CLB's. “We blijven vandaag tot 21 uur open", zegt Lancksweerdt. "Maar veel van de jongeren die nu met kerst te horen krijgen dat ze beter iets anders zouden doen, kregen dat eind vorig schooljaar ook al te horen. Dat zegt toch veel."

'Veel van de jongeren die nu met kerst te horen krijgen dat ze beter iets anders zouden doen, kregen dat eind vorig schooljaar ook al te horen'

Scholen zouden meer moeten durven te kiezen voor een B-attest, vindt de Lancksweerdt. Al begrijpt hij dat dat een beetje vloeken in de kerk is. “Tuurlijk, een B-attest krijgen, betekent een klap voor de leerling. Maar ik ben ervan overtuigd dat het op lange termijn veel meer in het belang van die leerling is dan dat hij  jaren blijft sukkelen in een opleiding die te zwaar is en dus niet goed voor hem.”

Om de situatie te doen keren, is een mentaliteitsverandering nodig, menen zowel de Scholierenkoepel als de CLB-directeur. De laatste voegt er ook nog aan toe dat een serieuze hervorming van het secundair ook zou kunnen helpen. “De oorspronkelijke plannen waren er net op gericht het denken in hoge en lage richtingen uit de wereld te helpen. En dat had veel problemen bij onze jongeren kunnen vermijden. Maar de politiek heeft het anders gewild. Ik kan dat vanuit mijn functie alleen maar betreuren.”