© BELGA

Voorzitter van Club Brugge is wanhoop nabij: “Geur in kleedkamers is gewoon niet te harden”

Bart Verhaeghe trekt aan de alarmbel. De voorzitter van Club Brugge omschrijft het Jan Breydelstadion als “een oud en uitgeleefd krot, waar de stank niet te harden is”. De vastgoedondernemer broedt al lang op een nieuw stadion voor blauw-zwart maar stuit naar eigen zeggen op complexe zaken waar hij geen vat op heeft: “Ik kan begot niet meer zeggen wanneer het stadion van Club Brugge er ooit komt”, zegt hij in De Tijd.

vml

“Het Jan Breydel-stadion is een oud krot”

Club Brugge boekte afgelopen jaar een miniwinst en zag het aantal fans toenemen terwijl die bij Anderlecht en KRC Genk daalden. Maar de opbrengsten lopen fors terug, terwijl AA Gent zijn inkomsten de voorbije drie jaar zag verdubbelen. “Omdat de Buffalo’s naar een nieuwe voetbaltempel zijn verhuisd”, zegt Bart Verhaeghe (52) in De Tijd. “De dag dat wij dat doen, verhoogt onze omzet met nog eens 20 tot 25 miljoen euro. De impact van zo’n nieuw stadion is gigantisch.”

Het nieuwe stadion zou 80 à 85 miljoen euro kosten en 40.000 zitjes tellen. Maar het zal een zuiver voetbalstadion zijn, geen multifunctioneel complex met allerlei winkels of kantoren. “Dat is een business die ik nooit zou doen”, verklaart Verhaeghe. “Aan een stadion zelf verdien je als vastgoedondernemer geen geld. Maar voor een voetbalclub is dat wel degelijk een rendabel model. Net zoals Jan Boone van Lotus Bakeries een nieuwe fabriek bouwt om meer koekjes te kunnen verkopen, zorgt een nieuw stadion ervoor dat je meer supporters aantrekt. En als ondernemer durf ik daarvoor het kapitaal op tafel te leggen. Ik ben ervan overtuigd dat ik het met voetbal zal terugverdienen.”

En dat een verhuis zich opdringt, kadert Verhaeghe met een niets aan de verbeelding over latend voorbeeld: “Het Jan Breydel-stadion is een oud krot, een stadion dat volledig is uitgeleefd. Bij de wedstrijd tegen Lokeren lag een 10 centimeter dik sneeuwtapijt op het veld. Maar veel erger: in de kleedkamers stond water. De blazers die voor de verwarming moesten zorgen, hadden kortsluiting en het smeltwater droop van de elektriciteitsleidingen. We hebben er onze spelers moeten weghalen, het was levensgevaarlijk. Het stinkt er, het is muf. De dag na een match wil je er niet binnenkomen. We moeten speciaal firma’s laten komen om de kleedkamers te ontgeuren. Het is gewoon niet te harden.”

“Juridische onzin is te gek voor woorden”

Het nieuwe stadion is dus een prioriteit. Die plannen liepen echter opnieuw vertraging op omdat actiegroep Groen vzw een onderzoek tot vernietiging indiende bij de Raad van State. Ook Anderlecht broedt al een tijdje op een nieuw stadion: welke voetbaltempel zal er eerst komen: dat van Club of toch dat van Anderlecht?

“Van mij mogen ze er allebei zo snel mogelijk komen”, lacht Verhaeghe wrang. “Maar het zal niet afhangen van de voetbalclubs zelf. Dat is de trieste vaststelling: we hebben de middelen, we zijn bereid het risico te lopen, de wil en de goesting zijn er en tóch stuit je op iets dat zo complex is en waar je zo weinig vat op hebt, dat ik begot niet meer kan zeggen wanneer het stadion van Club Brugge er ooit komt.”

“Ik ben een burger die lijdzaam ondergaat wat de overheid bepaalt. Bij Club Brugge zijn we nu al aan ons derde stadionproject. We mogen al blij zijn dat we een stuk grond toegewezen krijgen, waar we - als de onteigening goed verloopt en alles de rechtbanken overleeft - kunnen beginnen met de aanvraag van vergunningen, conform het wettelijk kader dat de overheid aanreikt. Maar het probleem is dat die overheid er niet in slaagt me dat kader te geven. Alle gebieden rond de site in Brugge zijn in één groot ruimtelijk plan gegoten. Het kan dus perfect zijn dat de overheid over een bepaalde zone of deelgebied een klacht te verwerken krijgt en dat ze zich daartegen moet verdedigen tegenover de Raad van State. En als het oordeel dan is dat die klacht ontvankelijk en gegrond is, wordt die zonering vernietigd. Dan moet de overheid een nieuw plan maken en zal ze een vierde poging moeten doen om ons een kader te geven waarin we ons stadion kunnen realiseren. Ik denk dat we dan stilaan de vraag kunnen stellen of al die juridische onzin, waarvoor we als burgers belastinggeld betalen, nog wel de moeite waard is. Dit is te gek voor woorden.”

Toen Verhaeghe vijf jaar geleden begon in Brugge, had hij een 10-jarenplan. Na vijf jaar blijft dat nieuwe stadion ondanks alle problemen en onzekerheid echter een prioriteit: “Het liefst zou ik nog voor het einde van die tien jaar de spade in de grond willen steken voor dat nieuwe stadion. Dan weten we tenminste dat het zal worden gerealiseerd. Want wanneer het af zal zijn, dat durf ik al lang niet meer te zeggen.”

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer