De douane ontdekte de drugs op 22 februari 2012 in de dubbele bodems van twaalf vaten zonnebloemolie uit Paraguay. De lading was bestemd voor een spookfirma in Antwerpen. De drugs werden vervangen en de politie hield een oogje in het zeil. Op 29 februari brachten de beklaagden een deel van de vaten naar een opslagplaats in Jette. Daags nadien werden ze gearresteerd.

Toen de zaak eind 2012 behandeld werd, beslisten hun advocaten om allemaal verstek te laten gaan. Ze vonden dat er cruciale stuken over de opstart van het onderzoek ontbraken in het dossier en stelden het handelen van de douaniers in vraag. De beklaagden kregen celstraffen tot zes jaar en flinke boetes.

Ze tekenden verzet aan, maar een nieuwe behandeling van de zaak liep vertraging op door een klacht tegen de douaniers. Zij werden buiten vervolging gesteld, maar er volgde cassatieberoep, dat in januari behandeld zal worden. Op 15 februari komt het dossier dan opnieuw voor de correctionele rechtbank voor een stand van zaken.