Na die oproep van ­Tommelein verzamelde Groen-parlementslid ­Johan Danen op alle Vlaamse kabinetten informatie over de inspanningen die ze ­binnen hun eigen patrimonium doen voor hernieuwbare energie. “De cijfers bevestigen wat ik al vreesde”, zegt hij: “terwijl de regering aan de burgers en bedrijven vraagt om alle zeilen bij te zetten, neemt de overheid zelf veel te weinig haar verantwoordelijkheid.”

Op onze eigen vraag waarom de ministers slechts minieme bedragen uittrekken voor zonnepanelen of warmtepompen, klinkt bijna overal hetzelfde excuus: “Er is eerst en vooral nood aan renovatie en isolatie. Alle miljoenen gaan daar naartoe.” Of zoals viceminister-president Liesbeth Homans (N-VA) het verwoordt: “Het heeft geen zin om zonnepanelen te leggen op gebouwen waar de groene energie letterlijk langs ramen en deuren naar buiten lekt.”

Dat betekent wel dat de Vlaamse overheid maar heel beperkt bijdraagt tot de algemene inspanning om in Vlaanderen 10,34 procent hernieuwbare energie te hebben in 2020. Tommelein herhaalt daarom nogmaals zijn oproep, niet alleen aan de Vlaamse regering, maar aan alle overheden: “Ze moeten beseffen dat niet alle inspanningen van de minister van Energie kunnen komen. Iedereen moet zijn doelstellingen halen.”

Geen lichtend voorbeeld

- 177 gebouwen Vlaamse ­administratie: 2 nieuwe zonnepanelen-installaties in twee jaar

- 150.000 sociale woningen: Amper 2 procent heeft warmtepomp, zonneboiler of zonnepanelen

- 13 Vlaamse sportcentra: Nog geen enkele investering

- Scholen: Amper 14 procent heeft zonnepanelen, 36 procent heeft nog enkel glas

- Landbouw: 5 van de 3.884 investeringen gaan naar hernieuwbare energie