© Luc Daelemans

Erik Van Looy: “Jonas voert geen show op, dat apprecieer ik”

Rood en wit zijn hun liefdevolle kleuren. Antwerp, de oudste club van het land, zit in hun hart. De ene is sinds 1974 een verstokte fan. De andere begon en beëindigde zijn actieve voetbalcarrière op de Bosuil. Toch hebben Erik Van Looy, quizmaster en filmregisseur, en Jonas De Roeck, coach, ook iets met geel en blauw. “Sympathieke kleuren”, zegt Van Looy. Een verwijzing naar veteranenclub SK Muggenberg (zie foto), waar hij sinds 1981 speelt en waar hij een seizoen of drie geleden het gezelschap kreeg van, jawel, Jonas De Roeck. Maar er is ook dat andere geelblauw, dat van STVV. Vandaag zorgt dat voor een tweespalt tussen beiden. Al valt dat best mee, zo blijkt. Van Looy kent zijn klassiekers en steekt zijn sympathie voor de Kanaries niet weg. “De ploeg uit de Hel van Deurne op bezoek in de Hel van Stayen. Het zegt alles over de mythische traditie van beide clubs.”

Roger COX

We hebben een afspraak in de Entrepot du Congo, een bistro aan de Gedempte Zuiderdokken in een gebouw dat eeuwen historiek uitademt. Erik Van Looy behoort er tot het vast meubilair. Op de eerste verdieping worden jaarlijks de kandidaten gescreend voor De Slimste Mens ter Wereld. De meest bekeken quiz ter wereld, met als vast onderdeel de puzzel, het leggen van verbanden. Dat doen wij ook hier.

Geelblauw + Radzinski + veteranen = SK Muggenberg

“Ik voetbal sinds 1981 bij de veteranen van SK Muggenberg, de laatste jaren wel steeds minder”, opent Van Looy met de nodige zin voor humor. Hij ontpopt zich ook tijdens dit gesprek als de lachebek die we kennen van tv. “Ik heb al een paar signalen gekregen dat ik er op mijn 55ste beter mee kap. Ik ben eigenlijk geen veteraan meer maar eerder een dinosauriër. Toch zit ik nog wekelijks op de bank. Als de tegenstander moe is, val ik nog even in. Dan kan ik het minste kwaad uitrichten. Ik zit dit seizoen aan één assist. Voor Darko Pivaljevic.”

Niet de enige klinkende naam in het sterrenelftal van Van Looy. Ook Tomasz Radzinski, Rudi Smidts, Rudi Taeymans en… Jonas De Roeck staan regelmatig samen met de filmregisseur onder de douche. Van Looy: “Een aantal van hen speelden hier ooit een match voor het goede doel. Acteur Kevin Janssens zei toen: waarom zou je die gasten eens niet vragen of ze willen meeshotten? Ik dacht: ik ben in 35 jaar niet één keer kampioen geweest. Dat wil ik wel eens meemaken. Dus heb ik ze gebeld, als een soort Marc Coucke maar dan wel zonder geld, en ze zijn allemaal blijven plakken bij ons. Een titel heeft dat nog niet opgeleverd. Ook nu staan we weer tweede, achter Familia, de ploeg van Nico Van Kerckhoven. Maar we zijn wel het Anderlecht van de reeks.”

Jonas De Roeck proest het uit. “Laat ons zeggen dat je bij ons voetbal ziet. Helaas kan ik me op zondagmorgen niet zo vaak vrijmaken. Dan heb ik meestal uitlooptraining bij STVV.”

Van Looy: “Breng die mannen maar mee en laat ze hier uitlopen.”

De Roeck: “Als mijn agenda het toelaat, ben ik wel op de afspraak. Dit is pure ontspanning, een uitlaatklep in mijn jachtige leven. Nu, pas op, tijdens de wedstrijden komt het competitieve element altijd boven. Ook bij onze tegenstanders. Die willen die diknekken natuurlijk verslaan. Ze spelen altijd met het mes tussen de tanden. Dat leidt wel eens tot woordenwisselingen. Maar normaal zegeviert het fair play.”

© Luc Daelemans

Stayen + Polleunis + Goethals = STVV

Van het geelblauw van SK Muggenberg naar dat van STVV, het is maar een kleine stap, zo blijkt.

Van Looy: “Een sympathieke club. Eentje ook met een mythische geschiedenis. Zelfs Jan Mulder was bang voor de verplaatsing naar Stayen.”

De Roeck: “De Hel van Stayen. Even legendarisch als de Hel van Deurne. Ik heb het in 2014 meegemaakt dat de Hel van Deurne letterlijk in brand stond bij een wedstrijd tegen STVV. Antwerp maakte toen zijn zoveelste diepe crisis mee. Op een bepaald ogenblik werd het veld bestormd en werden vuurpijlen afgeschoten. Ik was toen kapitein van Antwerp en probeerde nog tussen te komen. Zinloos. Die gasten zaten onder de drugs. Er waren ook Hollanders bij, van Den Haag. De match werd gestaakt. We verloren met 0-5.”

Van Looy: “Het toeval wil dat ik onlangs Lon Polleunis ontmoet heb. Een fijne man. Daar hangt trouwens nog een anekdote aan vast. Als kleine gast ging ik altijd met mijn bompa naar het voetbal. Mijn eerste match was België - West-Duitsland. De halve finale van het EK 1972 op de Bosuil. Duitsland kwam 2-0 voor. Maar kort voor het einde scoorde Polleunis nog tegen. Een goal die ik gemist heb, want mijn bompa wilde op tijd thuis zijn en was tien minuten voor tijd vertrokken.”

Naast Rode Duivel Polleunis had je bij STVV destijds ook succescoach Raymond Goethals, die de Kanaries vicekampioen maakte.

Van Looy: “Ik vind het straf dat Jonas nu al in zijn voetsporen treedt. Het gaat snel voor hem. Jonas is dan ook een intelligente gast, die ervoor gaat.”

“Ach,” haalt De Roeck de schouders op, “er lopen veel beloftevolle coaches rond in België. Ik heb gewoon het geluk dat ik ergens de kans krijg. Ik beantwoordde aan het profiel dat ze voor ogen hadden. Ik had mezelf bij de start van mijn trainerscarrière bij Lyra zeven jaar gegeven om in het profcircuit te geraken. In mijn derde jaar is het al prijs. Nu is het aan mij om krediet op te bouwen.”

“Ik vind dat hij dat goed doet”, reageert Van Looy. “Hij straalt rust, een zekere sérieux uit. Tegenwoordig is het bon ton voor coaches om een show op te voeren. Dat doet hij niet. Dat apprecieer ik.”

Rood-wit + Riedl + Vitosha = Antwerp toen

Over naar het volgende puzzelstuk: de Great Old, Antwerp, stamnummer 1.

“Er is aan mij misschien wel een waardevolle Beerschot-fan verloren gegaan”, verrast Van Looy. “Mijn bompa supporterde voor Den Beerschot. Maar Antwerp speelde Europees en dus nam hij me op m’n 12de mee naar Antwerp-Ajax. Een match waarin we bestolen werden door een Duitse ref, die de 3-1 van Riedl - weer een link met STVV! - ten onrechte afkeurde. Ajax ging door dankzij een eerdere 1-0 thuiszege. Ik huilde als een kind. Zelfs in bed bleven de tranen komen. Ik was verkocht aan Antwerp.”

“Ook míjn familie was rood-wit”, knikt De Roeck. “Een deel van mijn jeugd heb ik in Amerika doorgebracht. Maar zelfs toen hingen er thuis posters van Antwerp. Terug in België, speelde ik vanaf de miniemen voor Antwerp. Op mijn 17de geraakte ik in de eerste ploeg. Op mijn 18de debuteerde ik tegen Lokeren. Ook een geladen match. Onze degradatie stond al vast.”

Vanaf 2004 volgden dertien seizoenen tweede klasse. “Twaalf plus één”, lacht Van Looy. “Een verschrikkelijke periode. Mijn persoonlijk dieptepunt was een match tegen Lommel. Niemand van mijn vrienden wilde nog meegaan. Dus ging ik alleen. Ik had een zitje op de familietribune. Dicht bij de Lommel-fans. Bij een 0-2 stand begonnen die te zingen: Erik, ’t is gebeurd, olé olé. Ik wist niet waar kruipen en ben aan de rust vertrokken. Het is vaak miserie geweest. De productiehuizen stonden in de rij om een docusoap te maken over Antwerp.”

“Het was inderdaad altijd wel wat”, vult De Roeck aan. “Ik ben nog even trainer-speler geweest. Maar na een storm, die platen van het dak van de tribune had gerukt, was ik ook even klusjesman. Ik heb met een boor de schade hier en daar wat gerepareerd. De duiven lachten ons uit doorheen de gaten in het dak.”

“Mij vroegen ze zoiets niet”, lacht Van Looy. “Ik ben zelfs te onhandig om iets af te breken. Laat staan om iets te repareren. Maar één ding moet je Antwerp toch nageven: het is de club van de meest verrassende wendingen. Wie herinnert zich niet het mirakel tegen Vitosha Sofia? Van 1-3 naar 4-3 in blessuretijd. Sinds die dag weet ik dat God bestaat.”

De Roeck: “En Admira Wacker dan. 2-4 in Oostenrijk. Thuis 2-0 voor en toch nog verliezen met 2-4. Verlengen en uiteindelijk door met 3-4. Dat was in de aanloop naar de Europese finale tegen Parma op Wembley. Ik zat toen in het middelbaar onderwijs maar wilde die finale voor geen geld missen. Alleen had de school gedreigd met strafstudie voor iedereen die ’s anderendaags te laat op school zou verschijnen. Toen de lessen gedaan waren, heb ik in Deurne het vliegtuig genomen en ik ben ’s nachts na de match nog teruggevlogen. Ik was op tijd in school.”

Promotie + top zes + nieuwe tribune = Antwerp nu

Vorig seizoen kwam er een einde aan de nachtmerrie van Erik Van Looy. Antwerp promoveerde en staat nu, net als STVV, in de top zes. “Ongelooflijk”, herhaalt hij talloze keren. “Er staat zelfs een gloednieuwe tribune. Telkens ik op de Bosuil kom, knijp ik mezelf in de arm. Is dit echt? Zijn er buitenaardse wezens neergestreken? Of is het een fata morgana? De club was dood, lag al in de kist, de Bosuil was een woestenij.”

“Straf, inderdaad”, bevestigt De Roeck. “Ik ging vorige week scouten. Ik kreeg een parkeerplaats, mijn ticket lag gereed, het scan-apparaat functioneerde. Ik wist niet wat me overkwam.”

Ironie, zelfspot ook. Het is typisch Antwerps. Lachen met alle miserie. “Als iedereen wat meer zou lachen, ook met zichzelf, zouden er veel minder oorlogen zijn”, zegt Van Looy. “Antwerpenaars hebben dat.”

© HBvL

Hoewel hijzelf, naar eigen zeggen, geen typische Sinjoor is. “Zet een Antwerpenaar in de kamer en hij vult die. Dat geldt niet voor mij. Ik ben eerder verlegen. Zo durf ik tijdens de rust geen hotdog te gaan kopen. Omdat ik dan een groot stuk van de tweede helft mis. Zet mij tussen een paar honderd assertieve Antwerpenaars en ik word als laatste bediend. Mijn bekendheid helpt gelukkig al eens. Als ze mij zien staan, roepen ze soms van ver: ‘Wa zalt zijn voor den Erik?’

Ja, wat zal ’t zijn voor Erik Van Looy? Play-off 1? “Laat maar zitten. Ik wil niet doen alsof we niet meespelen. Maar toch. Ik durf er niet van dromen. Ik ben al heel blij dat we weer in eerste klasse staan. Voor play-off 1 is het te vroeg.”

“Ik zou het niet erg vinden, als ik met STVV play-off 1 haal”, antwoordt De Roeck. “Ik zie dat als een cadeau voor clubs als STVV en Antwerp. Dat zijn ideale leermomenten. Door je te meten met de beste clubs van het land, zet je stappen vooruit. Wat ik momenteel een beetje mis op Stayen, is de beleving. Er heerst een zeker gelatenheid. Alsof de mensen er niet in geloven. Misschien komt dat door al die gelijke spelen.”

Kerstvoetbal + 5 tegen 6 + Wim De Decker = STVV-Antwerp

Vandaag sluiten de Kanaries en de Great Old 2017 af met een onderling duel. De nummer 5 tegen de nummer 6. Een mooie affiche.

“Die ik helaas moet missen”, zucht Van Looy. “Jonas was aanwezig bij de finale van De Slimste Mens. Ik was van plan om op mijn beurt naar Stayen af te zakken, ik ben er nog nooit geweest. Maar ik heb geen gaatje kunnen vinden in mijn agenda. Kerstvoetbal, ik ben er geen voorstander van.”

De Roeck staat uiteraard wel langs de zijlijn. Hij houdt de touwtjes van de regie bij STVV in handen. “Een belastende job”, heeft hij intussen ondervonden. “Mijn leven is niet meer hetzelfde. Mijn dag begint ’s ochtends rond een uur of zes en pas ’s avonds ben ik weer thuis in Sint-Job-in-‘t-Goor. Als voetballer heb je een luxeleven, dat besef ik nu pas.”

“Trainer zijn is een hondenstiel”, verrast Van Looy. “Waarom? Als ik bezig ben aan een film, is dat heel intens. Elke draaidag begin ik ’s morgens weer vanaf nul. Perfectionist die ik ben, kan ik die zaken niet loslaten. Als ’s avonds de laatste scène is ingeblikt, ben ik alweer met de volgende dag bezig. Een heksenketel is het. Die druk kan ik niet elk jaar aan. Ik maak gemiddeld maar één film om de vijf jaar. Als ik dat vergelijk met een voetbalcoach… De druk op hen is twee, drie keer zo groot. Kijk in de kranten. Elke dag vind je acht pagina’s voetbal. Over film misschien één recensie per week. En dan heb ik het nog niet over de sociale media. Iedereen is tegenwoordig trainer. Een coach staat continu in de vuurlijn. Moordend.”

Logische vraag aan van Looy: is het niet tijd voor een film over Antwerp? “Geweldige anekdotes en verrassende wendingen in overvloed, natuurlijk. Maar ik wacht nog altijd op een happy end. Ik kwam onlangs Walter Grootaers tegen. Die zei me: Erik, binnen vijf jaar is Antwerp kampioen. Ik durf dat niet zeggen. Maar wie weet. Onze competitie is serieus genivelleerd.”

Misschien als De Roeck trainer is van Antwerp? Van Looy: “Jonas heeft ooit voor Beerschot gespeeld. Maar dat is hem vergeven. Ik heb wel sympathie voor Beerschot. Er zijn veel mensen die iets betekend hebben bij beide clubs. Zie Wim De Decker. Een Kielse Rat. Maar ze zouden bij Antwerp sinds de promotie een huizenhoog standbeeld voor hem oprichten. Bij beide ploegen vind je dezelfde mentaliteit. Als je er vol voor gaat, sluiten ze je in je armen. Ik hoop dat we volgend seizoen de derby weer mogen begroeten. Al zal Bart De Wever dan wel extra politiemensen in dienst moeten nemen.”

De Roeck: “Ik heb een band met alle clubs waar ik geweest ben. Maar Antwerp heeft een speciale plaats in mijn hart. Als ik van die kant uit een aanbieding zou krijgen, zou ik die in ieder geval ernstig overwegen.”

Tijd voor een pronostiek.

Van Looy: “1-1.”

De Roeck: “2-0.”

’t Is gebeurd.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer