Over Bart De Pauw: ‘Laten we wel wezen, dit was geen trial by media’

Professor Eva Lievens: 'Aangezien De Pauw zelf reageerde door een filmpje te posten, was het vreemd geweest als de media daar niet over hadden bericht.' © BelgaImage
Kristof Dalle Journalist

Bart De Pauws recht op een eerlijk proces werd niet geschonden, zegt Eva Lievens, professor recht en technologie van UGent.

9 NOVEMBER 2017

In de nasleep van #MeToo ontvangt de VRT klachten over grensoverschrijdend gedrag door tv-icoon Bart De Pauw. De samenwerking wordt meteen stopgezet. Het parket start later een onderzoek.

Toen de feiten bekend raakten, stak een forse (sociale) mediastorm op. Strafpleiter Joris Van Cauter tweette: ‘De #metoo-slinger slaat door. Iedereen is vogelvrij. Anonieme beulen zijn aan de macht.’ Gaat u akkoord?

Eva Lievens: Sociale media bezitten een enorme kracht ten goede. Daar is #MeToo nogmaals het bewijs van. Maar die laagdrempeligheid houdt ook in dat je iemand meteen door het slijk kunt halen, soms volkomen onterecht. Dat is voorlopig onvermijdelijk: we kunnen enkel blijven inzetten op mediawijsheid en iedereen zo vroeg mogelijk bewust maken van de effecten van zulke tweets of posts.

‘In deze tijdgeest zijn beschuldigingen genoeg’, zei Bart De Pauw op Radio 1. ‘Het recht op verdediging is compleet zoek.’ Is zijn recht op verdediging, of het vermoeden van onschuld, volgens u geschonden?

Lievens: Laten we wel wezen, dit was geen trial by media. Ik merk telkens weer dat er nog veel verwarring heerst over het vermoeden van onschuld: dat gaat over hoe een rechter onafhankelijk moet kunnen oordelen over de schuldvraag. Het Europees Hof van de Rechten van de Mens heeft al meermaals gesteld dat journalisten daar niet in dezelfde mate aan gebonden zijn als een rechter, al mogen ze het vermoeden van onschuld niet helemaal ondermijnen. Het blijft een evenwichtsoefening, maar aangezien De Pauw zelf proactief reageerde door een filmpje te posten, was het vreemd geweest als de media daar niet over hadden bericht.

Sociale media bezitten een enorme kracht ten goede. Daar is #MeToo nogmaals het bewijs van.

Het parket van Mechelen startte zijn onderzoek zonder voorafgaandelijke klacht. Opmerkelijk: het moet zowat de eerste keer zijn dat er ambtshalve een onderzoek naar stalking is opgestart.

Lievens: Dat kan kloppen. Vroeger was belaging – of stalking – een klachtmisdrijf. Pas sinds 2016 kan het parket ambtshalve een onderzoek starten. Het verwonderde me ook enigszins dat er plots een huiszoeking bij de VRT werd uitgevoerd.

Heeft het parket zich niet gek laten maken door de enorme commotie in kranten en op sociale media?

Lievens: Kan de mediaheisa als brandversneller gediend hebben? Ja. Weet ik dat zeker? Nee, want we kennen het fijne van de zaak niet.

De vrouwen die een klacht indienden bij de VRT-ombudsman vreesden door dat onderzoek voor hun anonimiteit. Slachtoffers in mogelijke andere mediagenieke zaken zullen nu toch twee keer nadenken voor ze naar buiten treden?

Lievens: Confidentialiteit zou uiteraard gegarandeerd moeten zijn, maar goed, we weten allemaal dat er regelmatig wordt gelekt uit vooronderzoeken. (denkt na) Ik deed zelf onderzoek naar het fenomeen ‘wraakporno’, en ook daar zie je hoe aartsmoeilijk het is voor slachtoffers om daarover te getuigen. Als het gaat om slachtoffers van seksuele misdrijven is het dark number – het aantal mensen dat zwijgt – sowieso zeer groot. Voor wie wel getuigt, is anonimiteit vaak de eerste voorwaarde. Ik kan me goed indenken dat wie al twijfelde, nu nog minder geneigd is om te getuigen.

Partner Content