Tienduizenden op straat na dodelijke ongevallen in illegale mijn: ‘Wij vragen alleen maar om eten’

Bij een betoging na de dood van twee mijnwerkers in Jerada moet de oproerpolitie tussenkomen. © Reuters
Willemijn de Koning
Willemijn de Koning Freelancejournaliste

Na twee dodelijke ongevallen op korte tijd, wordt in het oosten van Marokko op grote schaal geprotesteerd tegen de gang van zaken in de illegale mijnen. Tienduizenden mensen komen er op straat om een verbetering van de economische situatie in de regio te eisen.

Nadat het eerder onrustig was in het noorden van Marokko, zijn er nu ook protesten in het oosten van het land. In de stad Jerada komen dagelijks tienduizenden mensen op straat tegen de economische malaise in de regio. Aanleiding voor de demonstraties waren twee dodelijke ongelukken in een van de gesloten mijnen, waar nog zo’n 3.000 mensen in illegaliteit werken bij gebrek aan andere inkomsten.

‘We vragen alleen maar om eten’, aldus Mustapha Fagerouch in Jerada. Hij is opgeleid tot ingenieur maar toch werkt hij illegaal in de mijnen. Deze bezorgde tot eind jaren negentig zo’n 9.000 bewoners werk. Daarna werden de mijnen gesloten omdat het niet meer rendabel zou zijn. Andere mogelijkheden voor werk werden er niet gegeven. Zo zaten duizenden mensen opeens zonder werk en zonder inkomen.

Nu, bijna twintig jaar later, is er een nieuwe generatie opgestaan maar hetzelfde probleem bestaat nog. Vooral jongeren werken daarom bijna allemaal illegaal in de mijnen. ‘Het kan niet anders. Ik heb op internet gezocht, bij de verantwoordelijken aan de deur geklopt, zelfs op mijn school heb ik aan de directeur gevraagd om een baan, maar het lukt niet. Ze beloven vaak wel wat, maar komen die beloftes niet na.’

Dus werkt Mustapha zo’n vijf tot zeven dagen per week in de mijnen om rond te komen. Het werk is levensgevaarlijk en gebeurt zonder verzekering. ‘We graven gaten van twintig tot tachtig meter om te kijken of we er steenkool kunnen vinden of niet. Zo ja, maken we smalle tunneltjes van veertig centimeter in de grond zodat we daarin kunnen kruipen om de steenkool eruit te hakken. Er is geen zuurstof en elektriciteit. Wat we vinden, verkopen we aan vier bazen, die de kool voor tien keer zoveel doorverkopen. Zij verdienen zo’n 9 tot 18 euro per dag, de werkers veel minder.’

De mijnwerkers ademen tijdens het werk allemaal silica in, wat een longziekte genaamd silicose veroorzaakt. De staat heeft daarom een centrum in de stad gebouwd voor deze ziektes, al schijnt dat volgens bewoners niet te beschikken over voldoende apparatuur en personeel om alle mensen te helpen. ‘Veel mensen willen er ook niet heen, want je moet bij binnenkomst een test doen om de concentratie van de stof in hun lichaam te bepalen. Ze zijn bang dat hun gehalte zo hoog is dat ze in het ziekenhuis moeten blijven en niet meer kunnen werken.’

Het illegale mijnwerk zorgde in het verleden al voor dodelijke ongelukken en daaropvolgende protesten. Dat haalde echter niet veel uit. Twee weken geleden raakten de broers Houcine en Jadouane een waterput in een mijn en verdronken. Na al een grote onvrede over de hoge prijzen voor water en elektriciteit, was dit de druppel die de emmer deed overlopen voor de bevolking. Met tienduizenden gingen ze de straat op om verlaging van de water- en elektriciteitsprijzen en economische verbetering te eisen. Ook willen ze verbetering van de gezondheidszorg; het duurde anderhalve dag voordat de hulpverlening de lichamen van de broers bovengronds hadden gehaald.

Tienduizenden mensen komen in Jerada op straat nadat twee mijnwerkers zijn omgekomen in een illegale mijn.
Tienduizenden mensen komen in Jerada op straat nadat twee mijnwerkers zijn omgekomen in een illegale mijn.© Reuters

De lokale autoriteiten hebben de weduwen hun condoleances en geld aangeboden en beloofden beterschap voor de stad. Toch blijven de mensen uit Jerada elke middag in grote getale demonstreren. ‘Hoor ons!’ roepen ze. ‘We willen verandering!’ Deze week is zelfs de minister van energie en de mijnen naar de stad in het oosten afgereisd. Hij sprak daar met de lokale autoriteiten, het energiebedrijf, vakbonden en de bewoners om de eisen van de demonstranten tegemoet te komen. Toch gaan de demonstranten door met de protesten. ‘We willen geen loze beloftes’, aldus een jongere ter plekke. ‘We willen resultaten zien.’ Velen demonstreren met een Marokkaanse vlag in hun hand. Een oude vrouw heeft zichzelf er zelfs in gehuld. ‘Leve de koning!’ roept ze. ‘We hebben geen problemen met hem, maar met de corrupte mensen hier’, zegt ze. Volgens sommige jongeren wordt de steenkool door lokale politici gekocht en enkele buitenlandse ondernemers klagen tegengewerkt te worden.

De protesten vertonen veel overeenkomsten met de protesten die de Rif, een gebied in Noord-Marokko, hebben gekend en nog kennen. Na het overlijden van een visverkoper in een vuilniswagen in Al Hoceima, de ‘hoofdstad’ van de Rif, gingen ook tienduizenden mensen de straat op. Ze eisten ook betere economische omstandigheden en daarnaast ook educatie, gezondheidszorg en minder corruptie. De demonstranten gebruikten dezelfde slogans als ze nu in Jerada gebruiken. De Riffijnse demonstranten hebben op hun mediakanalen, die na de protesten behoorlijk veel volgers hebben, veel aandacht gegeven aan de situatie Jerada.

Toch willen de bewoners in het oosten niet met Al Hoceima vergeleken worden. ‘Wij zijn niet tegen de koning en niet tegen het systeem. Wij protesteren vredig’, wordt er gezegd door een aantal. Echter waren dit ook de exacte woorden van de protestanten in Al Hoceima, maar de overheid deed Marokko anders geloven waardoor de Riffijnen een reputatie hebben tegen de koning en het systeem te zijn.

Na de dood van twee mijnwerkers in december 2017 wordt geprotesteerd in Jerada, in het oosten van Marokko.
Na de dood van twee mijnwerkers in december 2017 wordt geprotesteerd in Jerada, in het oosten van Marokko.© Reuters

Ook de overheid wil de vergelijking niet maken, maar heeft hier geen goed argument voor. De reactie van de overheid op de protesten is hetzelfde als in het begin op die in de Rif. De protesten worden toegelaten, vredig genoemd en de premier stuurt een delegatie onder leiding van een minister ter plekke om de eisen te bespreken en de protesten te kalmeren.

‘De eisen van de demonstranten zijn geheel legaal en we zullen ze niet negeren’, zegt minister Rabbah van energie en de mijnen nadat hij de vergadering over de problemen is uitgelopen. ‘We waren al bezig met diverse projecten in de regio en we gaan kijken wat we nog meer kunnen doen. We zullen onderzoeken welke mijnen zo gevaarlijk zijn dat ze moeten sluiten en waar mensen wellicht nog in waardigheid kunnen werken. Ook onderzoeken we mogelijkheden in de landbouw, handel en toerisme. Sommigen dingen kunnen we snel regelen, zoals de elektriciteitsrekeningen aanpassen en jongeren aannemen in de volgende energiecentrale – die wordt verwacht in januari. Nieuwe projecten, zoals een zonnepanelenpark, kosten tijd.’

Veel vertrouwen hebben de mensen niet in zijn woorden. Na de vele beloftes die niet nagekomen zijn, zijn de bewoners wantrouwig – net als in de Rif. Om dit keer zeker te weten dat ze krijgen wat ze nodig hebben, blijven de bewoners van Jerada elke middag hun stem verheffen voor het gemeentehuis. Ze hebben toch geen werk waar ze heen moeten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content