Pakistaanse uitbater nachtwinkel krijgt 4 jaar cel voor uitbuiten "vennoten"

Een Pakistaanse uitbater van verschillende nacht- en kledingwinkels is in Ieper veroordeeld tot een celstraf van vier jaar en een boete van minstens 132.000 euro voor een hele resem feiten: van mensenhandel over valsheid in geschrifte tot zelfs een poging tot schijnhuwelijk. "Dit gebeurt niet alleen in nachtwinkels. Men vindt deze werkwijze ook in de transportsector of Oosterse restaurants bijvoorbeeld", duidt advocaat Luc Arnou.

Mensenhandel, valsheid in geschrifte, verduistering en poging tot schijnhuwelijk: de hele resem tenlasteleggingen waar de Pakistaanse verdachte zich deze morgen moest verantwoorden, is niet min. Wanneer migranten – meestal landgenoten – bij de man aanklopten voor werk, maakte de eigenaar hen vennoot door hen vijf procent aandelen van de winkel te verkopen. 

"Maar het was een schijnzelfstandigheid, want ze werkten voor de eigenaar. De slachtoffers kregen een vergoeding, maar moesten zeer veel uren werken, meegaan naar de winkel en dan nog eens poetsen", klonk het bij de aanklager. "Als de werknemer niet meer voldeed of de deurwaarder passeerde om de achterstallige sociale zekerheid op te halen, gooide hij zijn "vennoot" eruit." 

Vier jaar cel en serieuze boete

In deze zaak zijn er 22 slachtoffers. De rechtbank heeft de uitbater nu veroordeeld tot een effectieve celstraf van vier jaar en een boete van minstens 132.000 euro. Hij krijgt ook een beroepsverbod van vijf jaar. Drie huizen en een hele som cash geld werd verbeurd verklaard. Bij de veroordeling werd gebruik gemaakt van een zogenoemde verruimde verbeurdverklaring: omdat de man al eens eerder veroordeeld werd, kan het gerecht ervan uitgaan dat al zijn verdiensten in de tussentijd van criminele afkomst zijn.

Nog drie andere personen én drie vennootschappen stonden terecht. De 77-jarige boekhouder van de man heeft twee jaar met uitstel gekregen en een boete, deels met uitstel. Zelf ontkent hij dat hij op de hoogte was. Volgens de boekhouder bracht hij enkel de administratie in orde.

De broer van de man werd bij verstek veroordeeld tot een celstraf van 15 maanden, zijn neef kreeg een jaar met uitstel.

"Geen werknemer, maar slaaf"

Het Federaal Migratiecentrum was burgerlijke partij in de zaak. “We doen dit enkel in zaken waar sprake is van een flagrant geval van mensenhandel. Een slachtoffer zei dat hij geen werknemer was, maar slaaf. Hij moest tot 15 uur per dag werken. Een ander slachtoffer verklaarde een uurloon te ontvangen van 1.92 euro per uur. Dat is mensonwaardig.”

De advocaat van het Federaal Migratiecentrum, Luc Arnou, geeft nog een ander voorbeeld. "Een koppel werd "aanvaard" in de winkel: de man kreeg 1.000 euro per maand, de vrouw 500 per maand. Daarvoor moesten ze wel 260 uur werken. Concreet komt het er dan op neer dat de man minder dan vijf euro per uur verdiende, de vrouw minder dan drie euro per uur."

Wel is Arnou stellig: dit gebeurt niet alleen in nachtwinkels. "Dit gebeurt in verschillende sectoren. Men ziet deze werkwijze ook in de transportsector of in Oosterse restaurants." Toch nuanceert hij ook: "Men kan nu ook niet zeggen dat elke uitbater van een nachtwinkel crimineel is."

Meest gelezen