VN-vluchtelingenorganisatie vraagt Israël om te stoppen met deportatie van asielzoekers
Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) vraagt aan Israël om niet langer asielzoekers uit Soedan en Eritrea uit te wijzen naar landen in Sub-Sahara-Afrika. "We hebben tientallen gevallen geïdentificeerd waarbij mensen die door Israël werden uitgewezen, hun leven riskeerden om verder door te reizen naar Europa."
De VN-vluchtelingenorganisatie roept Israël op om een einde te maken aan het programma waarbij zo'n 40.000 niet-erkende asielzoekers, vooral uit Soedan en Eritrea, gedwongen worden om het land te verlaten. Israël biedt hen 3.500 euro om een nieuw leven te beginnen in landen in Sub-Sahara-Afrika.
Een van die landen is Rwanda, al noemt de VN-vluchtelingenorganisatie dat land niet openlijk. Het regime van Paul Kagame krijgt daarvoor van Israël 5.000 dollar per uitgewezen asielzoeker.
Maar de Israëlische krant Haaretz heeft vroeger al uitgezocht dat die Soedanezen en Eritreëers eenmaal aangekomen in Kigali meteen weer door mensenhandelaars de grens worden overgezet naar buurland Oeganda. Dikwijls zijn ze dan ook beroofd van een deel van de 3.500 dollar die ze hebben gekregen om zich te hervestigen. De meesten beginnen dan maar opnieuw aan een levensgevaarlijke tocht, ditmaal richting Europa.
Het verhaal is al enige tijd bekend, maar tot nu toe wilde geen enkele officiële bron het bevestigen. De VN-vluchtelingenorganisatie doet dat nu wel, zij het zonder het openlijk te hebben over Rwanda of Oeganda, waarmee Israël een soortgelijk akkoord heeft afgesloten.
"We roepen Israël op om te stoppen met het uitwijzen van Eritreërs en Soedanezen naar Sub-Sahara-Afrika", zegt woordvoerder William Spindler. "We hebben namelijk 80 gevallen geïdentificeerd waarbij mensen die door Israël uitgewezen werden, hun leven riskeerden om verder door te reizen naar Europa."