© JVDP, Mia Uydens

Onze reporter sprak met Lies Lefever in wat haar laatste interview bleek te zijn: “Met Lies verliest Vlaanderen weer wat kleur”

Lies Lefever sprak twee maanden geleden in onze weekendbijlage CittA Kempen uitgebreid over haar verleden, heden en toekomst. Het grote interview blijkt helaas haar afscheidsinterview. Reporter Stefan Laenen blikt terug op het opmerkelijke gesprek.

stla

Lies Lefever staat bovenaan ons verlanglijstje. Vanaf het eerste nummer van CittA Kempen willen we de getalenteerde dame uit Beerse dolgraag in onze weekendbijlage. Met de regelmaat van de klok bestoken we haar management PretPraters twee jaar lang met interviewaanvragen. Helaas houdt Lies de boot af. Ze heeft geen zin in publieke verschijningen, omdat haar laatste grote optreden nog niet is verwerkt. En dat is begrijpelijk.

© Jan Van der Perre

Televisiemaker Martin Heylen trekt met Lies naar Rwanda. In haar geboortedorp Nyamasheke valt ze de bouwvakkers in de armen die haar in februari 1980 redden uit een beerput. De reportage hakt er stevig in. Lies verdwijnt uit de spots.

In het najaar van 2017 hoor ik op de radio een opgewekte Lies. Haar sabbat lijkt afgelopen, dus nodig ik haar weer uit voor Persoonlijk Kempen, een reeks waarin we op stap gaan met straffe Kempenaars. “Met plezier werk ik mee”, mailt Lies. “Al twijfel ik of ik zo’n straffe Kempenaar ben? Als gewone Kempenaar volstaat, doe ik mee. Ik zit wel in een universum zonder smartphone, wegens toestel kwijtgespeeld. Ik hoop dat de eerlijke vinder hem teruggeeft, maar ik ben niet achterlijk. Voorlopig ben ik te bereiken via mijn man Joost.”

De mail zet de toon van alle latere afspraken, of pogingen tot afspraak. Concreet een interview plannen met Lies blijkt niet evident. “Kun je straks terugbellen? We kijken net naar Thuis en dat is zo’n familiemomentje”, verontschuldigt ze zich. Wanneer de deadline in zicht komt, waar Lies hoegenaamd niet van wakker ligt, bel ik haar in lichte vorm van paniek. Vijf dagen later Lies aan de lijn: “Hey, had jij nu net gebeld?”

Kwaad zijn op Lies is geen optie, haar aanstekelijke vrolijkheid tackelt alle frustraties. Als we uiteindelijk afspreken, mist ze de aansluiting Asse-Turnhout. Bij de volgende poging spelen vervelende darmproblemen op. In totaal verschuift onze afspraak drie keer, voor we elkaar ontmoeten in een golfclub in Lille. De reportage begint met het meest toepasselijke openingswoord: eindelijk. Trouwens, Lies heeft niets met golfen. Een van haar zussen werkt in de cafetaria van de club. Als Lies afzakt naar de Kempen koppelt ze graag het nuttige aan het aangename. Het bijbabbelen met de zus neem ik er na zo veel moeite graag bij.

Opperste beste

De vrolijke zus in kwestie draagt plastic horentjes wegens bijna Halloween. Lies proest het uit. Ze is in een opperste beste stemming. Ze vraagt me hoe ik haar ken? Haar stem kende ik eerst. Op een album van de Antwerpse groep Katastroof zingt ze met een zalig hese stem het duet Dinges. “Want er zijn dinges die ons aan elkander binden / Dinges waar ge nooit op let / Dinges die wij enkel bij elkander vinden / Dinges die ge nooit vergeet.”

Aan de fotograaf, en aan haar zus, vraagt ze of de kleur van haar trui flatteert? Ze heeft ook honger, want ze vergat per ongeluk vanmiddag te eten. De zus serveert verschrikkelijk lekkere croque-monsieurs. Het interview loopt al drie kwartier en er staat nog geen letter op papier. Maar dat is niet erg, want het is plezant. Lies vertelt over de prioriteiten in haar leven, zijnde Joost en haar kroost.

Officieel is ze gestopt als comédienne, maar naast het podium blijft ze hilarisch. Al vermoed ik dat ze haar pijn camoufleert met grappen. Ze gaat de vragen over haar donkere dal niet uit de weg, maar countert ze met een kwinkslag. “Ik ging in behandeling in De Bleekweide, een therapeutisch centrum bekend dankzij het programma van Annemie Struyf. Toen ik er therapie volgde, was Annemie er niet. Dat maakt alles toch wat draaglijker.”

Slechtziende zwarte

Na een lang gesprek breng ik Lies naar het station van Herentals. Onderweg valt een man op leeftijd van zijn fiets. Lies en ik springen uit de wagen om meneer te helpen. Hij blijkt stomdronken, maar is op slag weer nuchter bij de aanblik van Lies. “Een slechtziende zwarte zien ze precies niet alle dagen in Lille”, lacht Lies.

Ondertussen gaat haar telefoon. “Nee Joost, geen frituur.” Haar man oppert om straks frietjes te halen. Lies zucht dat ze liever een gekwalificeerde mama zou zijn die elke dag macrobiotisch culinair verantwoorde hoogstandjes serveert. Ze gaat werk maken van haar crisiskookboek, echt eten voor elke dag. “Geef de jongens eens door. Naar de frituur, jongens? Allez, vooruit dan. Voor één keer.” Ze haakt in en beseft dat ze drie dagen geleden al frietjes aten. “Ze luizen me er voortdurend in”, lacht de Liefste Mama ter Wereld.

Rond middernacht krijg ik een sms. “Ik ben heelhuids thuis. Bedankt voor het gesprek, maak er iets moois van.”

Na de publicatie vraagt ze of er negatieve reacties binnenkwamen? Geen enkele. “Zelfs niet van de Koninklijke Vlaamse Vereniging Tegen Andersgekleurde Slechtziende Comedians Uit Asse”, vraagt ze.

Ellendige entree en ellendig vertrek

Haar entree en haar vertrek op deze wereld verliepen ellendig. Tussen die twee droeve momenten heeft ze er wel het allermooiste van gemaakt en dat maakt haar groot. Met Lies verliest Vlaanderen weer wat kleur.

Een laatste flashback: Lies poseert voor haar oude Chirolokalen in Beerse waar nu senioren spelen. Ik vraag haar of ze vaak nadenkt over de dood? “Niet vaak. In mijn donkerste uren wenste ik soms dat ik dood was. Zulke gedachten vlogen vlug weer weg. Natuurlijk volgt er niets meer na dit leven. Denk ik. Anders geven onze overleden dierbaren toch een seintje? Weet je wat ik gisteren droomde? Dat ik vandaag zou sterven en als geest tussen mijn familie zweef. Ik voelde me zo machteloos dat ik blij ben dat ik leef en ik hoop dat ik nog lang mag leven.”

Geef ons een seintje, Lies.

© foto Joren De Weerdt