Europa wil een eigen supercomputer

Minder afhankelijk zijn van andere landen: met deze gedachte lanceerden Andrus Ansip, vicevoorzitter van de Europese Commissie, en Mariya Gabriel, Commissaris voor Digitale Economie, de European High-Performance Computing. De EuroHPC moet de Europese variant zijn van de Amerikaanse en Chinese supercomputers.

Volgens Ansip is er nog veel werk aan de winkel. "Supercomputers zijn de motor van de digitale economie. Het is een harde strijd, en de EU hinkt nog altijd achterop. Wij hebben geen supercomputers in de top tien van de wereld."

Zijn collega Mariya Gabriel is het daar volledig mee eens. "Supercomputers vormen nu al de basis van heel wat innovaties in domeinen die meteen een impact hebben op het dagelijks leven van de Europeanen. Zij kunnen ons helpen bij het onderzoek naar betere medicatie, energie doen besparen en helpen de klimaatsopwarming bestrijden."

Jan Ooghe, onderzoeker verbonden aan de KU Leuven en het Vlaams Supercomputer Centrum, vindt het een goede zaak dat Europa investeert in een eigen supercomputer. "Want wij zien dat China de laatste jaren meer en meer op de voorgrond treedt. Bovendien zou het geen slechte zaak zijn om voor de verwerking van onze data niet afhankelijk te zijn van andere landen." Op de lijst van de krachtigste supercomputers ter wereld staat China op de eerste en tweede plaats. Andere landen met zeer krachtige supercomputers zijn Japan en de VS. Europa is nergens te bespeuren in de top tien.

Zo'n supercomputer is nodig om groot rekenwerk te verrichten, omdat hij heel grote hoeveelheden data kan verwerken. Een eerste model zal tegen 2020 in staat zijn om honderd miljoen miljard berekeningen per seconde maken. Een tweede model zal tegen 2022 een miljard miljard berekeningen per seconde kunnen maken.  

Waarom zijn die supercomputers dan zo nuttig? Volgens Ooghe gebuiken meer en meer onderzoeksdomeinen de rekenkracht ervan. Ooghe: "Ze worden gebruikt voor de ontwikkeling van medicijnen en voor betere weersvoorspelling. Maar ze kunnen ook gebruikt worden door scheikundigen en natuurkundigen om nieuwe materialen te ontwikkelen."

Bovendien kunnen supercomputers volgens Ooghe ingezet worden voor neurale netwerken, die nodig zijn voor kunstmatige-intelligentietoepassingen. .  

Grote uitdaging is dat zo'n supercomputer snel veroudert. De grootste Vlaamse supercomputer, de Breniac, werd in 2016 voorgesteld. Toen stond die in de top 200. Ondertussen is de Breniac beland op plek 370.

Waar de Europese supercomputer terecht zal komen, is nog niet duidelijk. De Europese Commissie heeft alvast 1 miljard euro uitgetrokken voor het project.