- Zit op een matje en hou een denkbeeldige strandbal vast. Laat je nu naar achteren zakken en voel de spanning in je buik. Duw terzelfdertijd een been in de lucht. Kom terug recht terwijl uitademt en je andere been in de lucht gaat. Herhaal de oefening vier keer.

- Vervolgens houd je de oefening aan, maar integreer je een twist in de beweging. Draai je rug afwisselend een beetje naar rechts en links. Zo train je de zijdelingse buikspieren.

- Vanuit dezelfde positie kun je ook de gebogen rug aanhouden en je benen afwisselend hoger brengen. Pauzeer even tot je je buikspieren voelt samentrekken.

- Zet je voeten nu plat op de grond en ga naar achteren. Zwaai afwisselend je armen langs je lichaam als je de rug naar het matje toe beweegt. Buig je naar voor, dan horen beide armen in de lucht. Variant op deze oefening: duw je lichaam naar in kleinere bewegingen naar achter. Kom dus niet volledig recht, zo worden je spieren constant getraind.

- Vergeet achteraf niet te stretchen. Buig je hand over je hoofd en plooi je lichaam mee in de juiste richting. Wissel een paar keer van kant.