© AP

Erdogan dreigt ermee Koerdische strijders “te verpletteren” in noorden van Syrië

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan dreigt ermee de Koerdische strijders in het noorden van Syrië in “minder dan een week” te “verpletteren”. Hij roept hen op zich over te geven. De strijders krijgen steun van de Verenigde Staten, maar Ankara bestempelt hen als terroristen. Die Amerikaanse steun nam Erdogan eveneens onder vuur.

“Ze zullen zien hoe we de plunderaars die ze hebben verzameld, als ze al een leger hebben gevormd, in minder dan een week zullen verpletteren”, aldus Erdogan tijdens een ontmoeting van zijn regerende AK-partij.

Erdogan verwees naar twee steden, Afrin en Manbij, die in handen zijn van de door de VS gesteunde Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) en bondgenoten zoals de Syrische Democratische Krachten (SDF).

De Turkse president sprak nog zijn ontgoocheling uit over de Amerikaanse wapenleveringen aan de YPG. Turkije is misnoegd over het Amerikaanse bondgenootschap met de YPG en de SDF. Voor Ankara zijn die twee verlengde armen van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, in Turkije verbannen als “terroristische organisatie”.

“Er is geen probleem meer in Syrië dat we kunnen oplossen met zij die ons niets anders dan leugens en manipulatie hebben verteld”, aldus Erdogan.

Turkije controleert ongeveer 2.000 vierkante kilometer in het noorden van Syrië na een grensoverschrijdende operatie uit 2016, “Schild van de Eufraat”. Afrin grenst in het westen aan dat gebied, Manbij aan de oostelijke kant. Daarnaast zijn er ook Turkse troepen in Idlib, ten zuiden van Afrin, als onderdeel van een akkoord van vorig jaar met Rusland en Iran om de provincie in een zogeheten de-escalatiezone om te vormen.

(belga)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer