Raadkamer verwijst verdachte van aanslag op Joods Museum door naar assisenhof
De raadkamer verwijst de Franse terrorist Mehdi Nemmouche, de hoofdverdachte van de aanslag op het Joods Museum van Brussel, samen met twee andere verdachten door naar het hof van assisen. De aanslag op het Joods Museum vond plaats op 24 mei 2014. Daarbij kwamen vier mensen om het leven.
24 mei 2014 – de dag voor de federale verkiezingen – wordt ons land opgeschrikt door terreur. Een man loopt het Joods Museum aan de Zavel in Brussel binnen en schiet koelbloedig vier mensen neer, waarna hij wegvlucht. Een koppel Israëlische toeristen en een bejaarde vrijwilligster sterven ter plaatse, een medewerker van het museum bezwijkt meer dan een week later aan zijn verwondingen. De aanslag in het Joods Museum was een van de eerste in de recente golf van terreur die Europa getroffen heeft.
Een kleine week na de aanslag wordt de Fransman en teruggekeerde Syriëstrijder Mehdi Nemmouche opgepakt in Marseille. In de bagage van de vermoedelijke dader vinden speurders een kalashnikov van hetzelfde type waarmee de aanslag in Brussel gepleegd werd, een vlag van terreurgroep IS en een camera met daarop een geluidsopname waarop er gesproken werd over de aanslag. Volgens speurders was hij dan ook de man die de dodelijke schoten had afgevuurd. In de loop van het onderzoek werden in Frankrijk nog twee andere verdachten opgepakt, Nacer Bendrer en Mounir Atallah.
Nu heeft de Brusselse raadkamer beslist om Nemmouche, Bendrer en Atallah door te verwijzen naar het assisenhof voor die aanslag. Het dossier moet nog voor de kamer van inbeschuldigingstelling gebracht worden, die definitief over de doorverwijzing moet oordelen. Maar als dit een assisenproces wordt, is dit een primeur voor ons land. Het zou immers het eerste assisenproces zijn voor een terroristische moord.