Markante plekken: een eerste blik in het gerestaureerde Gruuthusemuseum in Brugge

In de reeks "Markante plekken" gaat onze fotograaf Alexander Dumarey elke week op zoek naar een opvallende plaats met een verhaal. Soms bekend, soms vergeten. Soms druk, soms verlaten. Soms nieuw, soms eeuwen oud. Maar allemaal hebben ze een boeiende geschiedenis. Vandaag: het Gruuthusemuseum in Brugge. 

De geschiedenis van het Gruuthusemuseum gaat terug tot de eerste helft van de 15e eeuw. In die periode bouwt Jan IV van der Aa een stadspaleis aan de Dijver in Brugge. Zijn zoon, Lodewijk van Gruuthuse, breidt het gebouw uit met een nieuwe vleugel en een bidkapel. De Gruuthusen zijn een rijke familie die al sinds de 14e eeuw het verkooprecht voor Gruit hebben. Gruit is een kruidenmengeling waar gruitbier mee wordt gebrouwen.

In 1596 wordt het complex gekocht door de Spaanse koning Filips II. Spanje schenkt het paleis later aan Wenceslas Cobergher. Cobergher brengt er in 1623 een vestiging van de Berg van Barmhartigheid in onder.

In 1865 wordt het oudheidkundig genootschap "Société Archéologique de Bruges" opgericht. Zij stellen eerst tentoon in de hallen van het belfort, maar die ruimte wordt al snel te klein. In 1874 koopt het stadsbestuur het Gruuthusepaleis om er het museum in onder te brengen. Het gebouw is in slechte staat en moet eerst worden gerenoveerd. In 1902 wordt het voor het eerst in gebruik genomen met de baanbrekende tentoonstelling "Exposition des Primitifs flamands et d’Art ancien". 

Het Gruuthusemuseum sluit in september 2014 de deuren voor een grondige restauratie. De werkzaamheden zijn begin 2018 afgerond. Het komende jaar wordt de inrichting aangepakt en daarna wordt de collectie opnieuw in het paleis ondergebracht. Vanaf de lente van 2019 kan het museum dan opnieuw bezoekers ontvangen.

Alexander Dumarey

Meest gelezen