De screening van de screening van Tomorrowland

Vandaag vlogen er in een mum van tijd weer enkele duizenden Tomorrowlandtickets richting gelukkigen. De betrokkenen zullen ongetwijfeld opnieuw gescreend worden. Hoe dat in 2018 precies zal verlopen is onduidelijk. Hoe het niet moet, leert ons een rapport van het Comité P over de screening in 2017. 

analyse
Dirk Leestmans
Dirk Leestmans is justitiejournalist bij VRT NWS.

U herinnert zich de commotie hierover nog vorig jaar. 37 festivalgangers kregen te horen dat ze niet welkom waren omdat ze ‘een veiligheidsrisico’ vormden. De organisatoren bleven in hun communicatie erg vaag en onder andere om die reden legden een aantal afgewezenen zich niet zomaar neer bij die beslissing hen te weren omdat ze ‘een veiligheidsrisico’ vormden voor het evenement.

Vier onder hen startten een kortgeding. De Privacycommissie stelde luidop vragen bij de juridische grondslag van dit alles en ook bij het Comité P dienden vier mensen een klacht in. Dat Comité P onderzocht de manier van werken van de federale politie bijzonder grondig en deed een aantal onthutsende vaststellingen.

In 2017 was het de eerste keer dat de federale politie de zaken in handen nam. Tot dan was het altijd de lokale politiezone Rupel geweest die de screenings deed (en dat overigens ook op een betwistbare manier).

Vooral een economische gedachte lag aan de basis van deze switch. Men wou het allemaal doen met minder politiecapaciteit. In de publieke discussie die vorig jaar losbarstte over deze screenings werd gezegd dat er liefst 400.000 bezoekers gescreend werden. Dat er uiteindelijk slechts 27 geweerd werden, toont volgens de politie aan dat men niet bepaald lichtzinnig te werk ging.

Een denkfout, zo oordeelt het Comité P. Alsof het resultaat een bewijs is voor de proportionaliteit. Neen dus. Belangrijker is de vraag hoe de politie effectief werkte.

En dan blijkt dat niet 400.000 maar slechts 29.186 festivalgangers gescreend werden. Voor de volledigheid, ook welgeteld 21.433 medewerkers aan het festival werden politioneel doorgelicht. Maar alle tickets op naam van bedrijven werden bv. niet gescreend (hoewel dat technisch wel perfect mogelijk zou geweest zijn).

Eén persoon kon op zijn naam ook vier tickets kopen. Aan wie hij dan die andere drie tickets gaf, werd door de politie niet onder de loep genomen. Terzijde, dit probleem werd door de federale politie pas opgemerkt nadat het Comité P hen deze bevindingen meldde.

De politie verifieerde ook de ware identiteit niet, zo blijkt. Iemand kon dus perfect onder een valse naam tickets bestellen. Los van de screening vooraf bleek uit het onderzoek ook dat noch de politie noch de privé bewaking (aan de ingang) systematisch de identiteit controleerde ten opzichte van de geregistreerde elektronische bracelet. Met andere woorden, tickets konden makkelijk doorgegeven worden. 

In de (eerste) communicatie werd een verband gelegd met dreigingsniveau 3 en werd gezegd dat men met de screening vooral aanslagen wou vermijden. In realiteit gebeurde de screening aan de hand van veel ruimere criteria.

Er werd gecontroleerd op zes feiten: drugs, zeden, geweld, zware diefstallen en inderdaad ook radicalisme.

Uiteindelijk blijkt dat slechts twee personen omwille van radicalisme geweerd werden. Bij de gebruikte criteria gaf men aan dat iemand die gekend is voor één feit niet weerhouden werd. Er moest steeds een combinatie voorliggen van twee feiten. Het Comité P redeneert logisch verder en schrijft: “Concreet zou dus iemand, volgens de geselecteerde criteria, voor één feit (bijvoorbeeld terrorisme) niet weerhouden worden.”

Maar de logica brengt hen nog tot een andere conclusie. Mocht de federale politie consequent de eigen criteria gevolgd hebben, er zouden slechts 5 gevallen (van de 33) een terecht negatief advies gekregen hebben. Met andere woorden, de  criteria die op zich al omstreden zijn werden ook niet  correct toegepast.

Liefst 28 mensen kregen dus ten onrechte een negatief advies. Het Comité P meldde dat ook aan de betrokken directeur van de federale politie nog voor het festival begon maar de man koos er toch voor om de genomen beslissing te handhaven. Meer, de informatie over de 28 foutieve negatieve adviezen werd ook niet gedeeld met de organisator noch met de advocaten van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jambon die op dat moment bezig waren met het lopende kortgeding.

De minister van Binnenlandse Zaken antwoordde in de Kamer op vragen over deze kwestie dat de politie best werkt op basis van een risico analyse om vervolgens op basis van deze analyse concrete maatregelen te nemen. Dat gebeurde weliswaar maar, zo schrijft het Comité P, die risico analyse werd veeleer beschouwd als een bijkomstigheid.

Zo was er in de risico analyse sprake van gauwdiefstallen, niet zo gek ver gezocht voor een massabijeenkomst, maar dat criterium werd bv. niet weerhouden in de screening. In de risico analyse werd ook gezegd de leveranciers te screenen maar in de praktijk bleef dit dode letter omdat het kennelijk te moeilijk was om de betrokken gegevens te bekomen.

Paradoxaal is misschien wel dat mocht er wel gewerkt geweest zijn conform de risico analyse er wellicht nog meer mensen geweigerd zouden zijn geweest. Tomorrowland is het neusje van de festivalzalm en wordt alom geroemd voor de professionele organisatie maar wat de screening betreft, neen, dat kan duidelijk beter.    

Meest gelezen