‘Dit heeft niets met moord te maken’

© BELGA

Op het assisenproces tegen de Wevelgemse diaken Ivo Poppe (61) heeft euthanasie-expert dokter Marc Cosyns uitgelegd dat er in België per jaar nog steeds bijna 1.000 levens zonder verzoek beëindigd worden. En dat heeft volgens hem niets met moord te maken, ‘anders moeten al die gevallen voor het hof van assisen komen’.

rdc

De getuige schetste de situatie voor en na de euthanasiewetgeving van 2002. ‘Wij werden als artsen opgeleid dat we alles konden genezen, dood behoorde niet tot onze opleiding. Ik herinner mij zelf nog mijn eerste kennismaking met het levenseinde van iemand, in 1980 tijdens een stage. Behalve de hand vasthouden kon je niets anders doen.’

Ondanks de wetgeving is volgens dokter Cosyns vandaag in 1,7 procent van de overlijdens nog steeds sprake van levensbeëindiging zonder verzoek. ‘In de meeste gevallen zijn het nog steeds de verpleegkundigen die het doen. In bepaalde situaties voelen verpleegkundigen zich bijna verplicht om mensen te helpen, omdat artsen het niet doen.’

‘Kan niet anders dan stiekem’

In 2013 ging het om 968 overlijdens. ‘Dat wil eigenlijk zeggen dat die dokters en verpleegkundigen allemaal naar het hof van assisen zouden moeten komen, want die hebben eigenlijk allemaal iemand “vermoord”. Dit moet transparanter worden, want verpleegkundigen kunnen soms niet anders dan het stiekem doen. Volgens mij heeft dit niets met moord te maken.’

Ivo Poppe beweert dat hij zich de meeste sterfgevallen niet meer in detail kan herinneren. ‘Dat kan zijn’, meent Cosyns. ‘Ik herinner me ook niet meer alle mensen die ik geholpen heb bij het overlijden.’

Lees meer: Voorzitter van de Euthanasiecommissie Wim Distelmans stoort zich al langer aan het gebruik van het woord ‘euthanasie’ in zaken zoals deze. Vorige week riep hij in De Standaard nog eens op om de juiste terminologie te gebruiken.

De burgerlijke partijen stelden zich ook vragen bij de methodes die de beschuldigde gebruikte. ‘Ik ga het nooit gebruiken, maar het inbrengen van lucht is volgens mij een pijnloze, snelle dood. Er zijn nog duizenden middelen, mijn professor zei altijd dat je ook met water iemand kunt dooddoen. Ook dat eerste feit kan ik vanuit mijn onderzoek begrijpen.’

Voorzitter Bart Meganck blokte verschillende vragen aan dokter Cosyns af. ‘U bent niet aangesteld als deskundige en het is hier geen forum daarvoor. Het is hier een proces met ernstige beschuldigingen van moord en oudermoord.’

Terminaal?

Eerder op de ochtend kwam ook dokter Jan Bolt aan het woord. Volgens de tegenexpert van de verdediging waren alle slachtoffers wel degelijk terminaal. ‘De ene was misschien wel meer finaal dan de andere. Ik heb er geen gevonden die niet ging sterven.’

Dokter Bolt legde aan de juryleden ook uit wat er precies gebeurt als lucht in de aderen wordt gespoten. ‘Het gaat zo snel dat het niet zo pijnlijk is. Bovendien moet je bij bewustzijn zijn om het te merken. Verschillende patiënten waren al comateus, die voelen de pijn niet.’ Dokter Werner Jacobs had verwezen naar experimenten in de concentratiekampen, maar daar had dokter Bolt zijn twijfels bij.

Machtselement

Volgens psycholoog Jurgen Nys blijft Poppe gevaarlijk in specifieke situaties van pijn en lijden. Aan de deskundigen vertelde de beschuldigde dat ook een machtsgevoel een rol speelde bij de feiten. 'Er is een terugkerend patroon van spanningen, wat we toch als een soort opwindingstoestand kunnen beschrijven. Hij krijgt dus een kick', zei dokter Philippe Van Peteghem. 'Hij gelooft in het hiernamaals en geeft aan dat de slachtoffers rust uitstraalden. Toch heeft hij ze ook gepleegd vanuit een zeker machtsgevoel, het kunnen beslissen over leven en dood.' Dat kenmerk is volgens dokter Van Peteghem typisch voor seriedodingen. 'Hij noemt het een goeie daad dat hij mensen uit hun lijden heeft verlost.'