Nee, alcohol helpt niet tegen griep en 7 andere fabels ontkracht

Wanneer we ons belabberd voelen, doen we de gekste dingen om er zo snel mogelijk weer bovenop te geraken. Een beetje rum bij de thee of een paar glazen op café, dat moet ongetwijfeld een ontsmettende werking hebben en soelaas bieden voor die krioelende microben, toch? In werkelijkheid is het alcoholpercentage in bier (5%), wijn (10%) en zelfs sterke dranken (>15%) te laag om de ziektekiemen te bestrijden. Buiten het feit dat alcohol belastend is voor je lever, is de kans ook nog eens bijzonder groot dat alle extra toevoegingen aan dat alcoholische brouwsel je  nog zieker doen voelen.

Bepaalde onderzoeken tonen aan dat een glas rode wijn per dag de kans op bepaalde chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en diabetes type 2 verkleint. Maar tegelijkertijd verhoogt een dagelijkse inname van 10 gram alcohol (een klein glas wijn of één pint) het risico op een bepaald type huidkanker met 11 procent, een ander type zoals borst-, darm- en longkanker met 7 procent. De voordelen van alcohol wegen dus niet op tegen de nadelen. 

Niets zo fijn als je na een lange werkdag neervlijen in de zetel met een glaasje wijn. Alcohol mag dan een ontspannend effect hebben op ons lichaam en geest, meer drinken is niet meteen de oplossing voor wie kampt met stress. Overmatig alcoholgebruik heeft op korte termijn een verdovende werking, maar uit zich op lange termijn in aanzienlijke gezondheidsproblemen en slaapproblemen.

Matig alcoholgebruik vermindert je remmingen waardoor je dapperder aan een seksuele escapade begint. Tegelijkertijd daalt bij mannen de testosteronspiegel, waardoor het hoogtepunt net iets langer kan worden uitgesteld. Bij vrouwen nemen de hormonen dan weer net toe, met een heftiger orgasme als gevolg. Allemaal goed en wel, maar één glas te veel en je krijgt het averechts effect, denk aan erectieproblemen en moeite met klaarkomen. En dan zwijgen we nog over het feit of je wel de beste beslissingen neemt als je dronken bent.

Weer zo'n fabeltje waar niets van aan is. Het is niet zo dat je van een avondje binge-drinken gezonder blijft, dan wanneer je elke dag drinkt. Heel veel in één keer drinken is een absolute aanslag op je lever, die meerdere dagen nodig heeft om te herstellen. Het aantal aangeraden units haal je dus beter niet op één avond.

Iedereen heeft wel eens een zwak momentje waarbij we net iets steviger in de drank vliegen dan gepland. Wie denkt een koude douche te nemen, om de alcohol uit het systeem te verjagen, heeft het alweer bij het verkeerde eind. Een koude douche heeft (net als cafeïne) een opwekkend effect, maar meer zal het niet doen. Het enige wat werkt is tijd: je lever zijn werk laten doen. 

Hoewel we in een dronken bui schaamteloos de ene pitabar na de andere afschuimen, absorbeert die vette hap helaas geen alcohol. Wel is het zo dat alcohol minder snel wordt opgenomen in het bloed wanneer de maag gevuld is. Vooraf eten scheelt dus wel iets, die vette hap terwijl je al dronken bent belast je lever alleen maar meer. Wat wel goed doet zijn trage koolhydraten zoals een bruine boterham of banaan. En water. Niets dan water.

Het is een volkswijsheid die al generatie op generatie wordt overgedragen, maar over de waarheid valt te twisten. Historici verwijzen ons voor een verklaring terug naar de middeleeuwen. Toen was het voor de lagere klassen gebruikelijk om bier te drinken, terwijl wijn was weggelegd voor de adel omwille van de hoge prijs. Kreeg een boer toch wijn in handen, dan bracht dat plezier. Moest de adel zich plots beperken tot bier, dan gaf dat venijn. De uitspraak is dus eerder figuurlijk. Door verschillende soorten alcohol te mengen kan je sneller ziek worden, in welke volgorde je ze ook drinkt.