Eerste procesdag schietpartij Vorst: 'Er is meteen geschoten om te doden'

© Belga

© AFP

thumbnail:
thumbnail: null

In Brussel vond maandag de eerste procesdag plaats rond de schietpartij van 15 maart 2016 in de Driesstraat in Vorst. Met Salah Abdeslam en Sofien Ayari op de beklaagdenbank was het meteen het eerste proces met betrokkenen bij de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs. Abdeslam antwoordde nauwelijks op vragen, Ayari zei iets meer, en het Openbaar Ministerie vorderde celstraffen van 20 jaar.

me, poj, svg, rdc

Salah Abdeslam (28) en zijn Tunesische medeplichtige Sofien Ayari (24) staan in Brussel terecht voor poging tot moord in een terroristische context. Op 15 maart 2016 openden ze in Vorst het vuur op zes agenten. Abdeslam was toen nog de meest gezochte terrorist ter wereld. Op 13 november 2015 was hij, na de aanslagen in Parijs, als enige van de tien terroristen ontsnapt. Toch heeft dit proces niets te maken met de aanslagen in Parijs of die in Brussel. Daarvoor volgen later nog processen.

De terreurverdachten werden het Jusitiepaleis rond acht uur via de achterzijde binnengebracht. Rond negen uur kwamen ze de zittingszaal binnen. Abdeslam droeg een wit hemd en had duidelijk langer haar dan bij zijn arrestatie, en een volle baard. Ayari droeg een donkerkleurig hemd. Beiden werden begeleid door agenten van de speciale eenheden van de federale politie die bivakmutsen en kogelwerende vesten droegen.

De grote vraag voor dit proces is of Abdeslam zou zwijgen of praten. Sinds zijn arrestatie weigerde Abdeslam immers elke medewerking, maar in september liet hij plots weten dat hij toch aanwezig wilde zijn op zijn proces. Toen rechtbankvoorzitster Marie-France Keutgen bij het begin van de zitting aan Abdeslam vroeg om recht te staan, ging hij daar niet op in.

‘Niet geschoten’

Sofien Ayari werd als eerste verhoord. Zijn meest gebruikte antwoord was dat hij niet wenste te antwoorden, maar af en toe sprak hij toch. Zo verklaarde hij dat hij en Abdeslam op 15 maart 2016 niet op de politie geschoten zouden hebben. Volgens Ayari heeft alleen Mohamed Belkaïd, die bij de inval gedood werd, dat gedaan.

Nog volgens Ayari is hij op eigen houtje naar Syrië vertrokken. Op de vraag of hij daar wapens gehanteerd had en gevochten had, wou hij geen antwoord geven. Ook op een hele hoop vragen over zijn terugreis vanuit Syrië naar België, wenste Ayari niet in te gaan. Hij zei wel dat het zijn uiteindelijke doel was om terug te keren naar Syrië. Wat hij vond van de aanslagen van de terreurgroepering in Europa? 'Ik heb daaraan niet deelgenomen', zei Ayari. 'Ik heb meegewerkt aan het verhoor en mijn aandacht lag op terugkeren naar Syrië.'

Ayari beschouwt zichzelf bovendien niet als een radicale moslim. De voorzitster ondervroeg hem onder meer over zijn familiale situatie in Tunesië, zijn studies daar en zijn religieuze houding. 'Ik kreeg een moslimopvoeding, maar die was niet strikt religieus', zei Ayari. 'Later ben ik via zelfstudie religieuzer geworden. Maar ik beschouw mezelf niet als een radicale moslim. Ik moet niet-moslims respecteren.'

Abdeslam is moe

Vervolgens stond het verhoor van Abdeslam op het programma. Toen Marie-France Keutgen hem vroeg op te staan, weigerde hij. 'Ik ben moe', klonk het. Vervolgens maakte hij duidelijk dat hij zich op zijn recht om te zwijgen zou beroepen. 'Dat is mijn verdediging. Dit proces dient alleen de publieke opinie. Ik stel vast dat moslims hier onrechtvaardig behandeld worden. Voor hen geldt het vermoeden van onschuld blijkbaar niet.'

Abdeslam zei wel nog dat hij niet bang is. 'Mijn zwijgen maakt van mij geen crimineel. Ik ben niet bang van u', richtte hij zich tot de voorzitster. 'Ik plaats mijn vertrouwen in Allah. Dat is alles. Ik heb niets toe te voegen.'

20 jaar geëist

In de namiddag was het de beurt aan het Openbaar Ministerie. Dat vorderde een celstraf van 20 jaar tegen Abdeslam en Ayari. Magistrate Kathleen Grosjean liet weten dat beide beklaagden voor haar schuldig zouden moeten worden verklaard aan moordpoging in een terroristische context en wapenbezit in een terroristische context.

'De betrokken agenten hebben vreselijk veel geluk gehad dat er geen doden gevallen zijn', stelde Grosjean nog. 'Wat zich daar heeft afgespeeld, was een oorlogsscène. België en zijn inwoners hebben in die periode ook hard geleden onder de terreurdreiging, na de aanslagen in Parijs en met de hele klopjacht op de verschillende leden van de terreurcel.' De twee zouden de eerste 13 jaar ook niet de kans mogen krijgen om voorwaardelijk vrij te komen, aldus nog het OM.

Tussendoor pleitte meester Maryse Allié als advocate van de burgerlijke partijen. Zij vertegenwoordigt vijf van de politiemensen die deelnamen aan de huiszoeking. Zij liet weten dat de huiszoeking een routine-operatie moest zijn. 'Er was geen enkele reden om te vermoeden dat de flat nog bewoond was', klonk het

'Ayari zegt dat ze verrast werden maar dat is onzin', aldus Allié nog. 'Het heeft tijd en moeite gekost om de deur in te beuken. Ayari en terreurverdachte Ossama Krayem geven ook toe dat ze al weken vreesden dat de politie zou binnenvallen om hen te arresteren. Er is ook meteen geschoten om te doden.'

Dinsdag en woensdag is er geen zitting, zo besliste de rechtbank. De volgende hoorzitting vindt donderdag plaats, wanneer onder meer de twee laatste burgerlijke partijen aan het woord komen en Sven Mary, de advocaat van Abdeslam, zijn pleidooi zal houden.