Direct naar artikelinhoud
Poëzie

Jonge Lucebert sloot brieven af met ‘Heil Hitler’

Behalve als dichter maakte Lucebert ook naam als schilder binnen de Cobra-beweging.Beeld Hollandse Hoogte / Erven Steye Raviez

De Nederlandse dichter en schilder Lucebert staat bekend als progressief en geëngageerd. Tijdens het schrijven van zijn biografie ontdekte auteur Wim Hazeu echter een veel donkerder kantje. De 19-jarige Lucebert bleek uitgesproken aanhanger van de nazi-ideologie te zijn.

De jonge Lucebert (pseudoniem van Bertus Swaanswijk, 1924-1994), die zich na de Tweede Wereldoorlog manifesteerde als revolutionaire en zeer geëngageerde dichter en schilder, blijkt tijdens de Duitse bezetting bevlogen te zijn geraakt van de ideologie van de nazi’s, inclusief hun antisemitische gedachtengoed. Dat onthult Wim Hazeu in zijn biografie van Lucebert, die vandaag verschijnt.

Wim Hazeu kreeg brieven in handen die de 19-jarige Bertus Swaanswijk in 1943 en 1944 schreef aan een jeugdvriendin, Tiny Koppijn. Swaanswijk verstuurde die brieven vanuit het kantoor van een springstoffabriek in Appolensdorf aan de Elbe, waar experimenten werden uitgevoerd voor de Duitse vliegende bom V1. Swaanswijk had zich in Amsterdam vrijwillig gemeld voor de Arbeits­einsatz en was op 4 juni 1943 vertrokken naar Duitsland.

Uit de brieven blijkt dat Swaanswijk in de greep was geraakt van het nazistische gedachtengoed. Hij ondertekende sommige brieven met ‘Sieg Heil!’ en ‘Heil Hitler!’. De jonge Bertus beschouwde Nederland vanuit zijn ‘Wahlheimat’ als verdorven. “Eerst wanneer alle Germaansche stammen verenigd zijn zal de Jood geen gelegenheid meer hebben bloed tegen gelijk bloed op te zetten.” Ook in andere brieven toonde hij zich antisemitisch: “De gehele Joodse leer der erfzonde en boetedoening is één grote groteske. Als vrouw heb jij, en als kunstenaar heb ik, de plicht de geest te verdiepen en ook daarnaast het lichaam te zuiveren.”

‘Eerst wanneer alle Germaansche stammen verenigd zijn zal de Jood geen gelegenheid meer hebben bloed tegen gelijk bloed op te zetten’
Lucebert in 1943

Over deze episode in zijn leven heeft Lucebert altijd gezwegen. “In plaats van zo snel mogelijk schoon schip te maken, door opening van zaken te geven”, schrijft Wim Hazeu in zijn biografie, “belastte hij zich door te zwijgen met een taboe dat hem jaren en jaren zou kwellen. Eenmaal gezwegen, was er geen weg meer terug voor hem.”

De biograaf, zo zegt hij in een interview met de Volkskrant, was geschokt omdat zijn beeld van de geëngageerde kunstenaar Lucebert door de brieven werd verpulverd. “Ik wilde dat ze niet zouden hebben bestaan.” Hij kon niet anders dan ze een plaats geven in zijn meer dan 900 pagina’s tellende biografie.

Jeugdzonde

“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert. Hazeu beschouwt de brieven als het bewijs van een dwaling. Een jeugdzonde. “Pubers lopen gemakkelijk achter het verkeerde vaandel aan. Lucebert had niemand iets slechts aangedaan, niemand ertoe aangezet hem op zijn weg naar Duitsland te volgen, niemand verraden of erger, hij had slechts geloofd in een eendrachtig groot Germaans rijk.”

Hazeu wijst nadrukkelijk op de chronologie en de historische context bij de beoordeling van de brieven. Pas twee jaar na zijn verblijf in Duitsland, in 1946 en 1947, vonden de eerste publicaties en tentoonstellingen van Lucebert plaats. De biograaf vindt niet dat het latere, geëngageerde werk van Lucebert – “ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af en ik val en ik ruis en ik zing” – door de vondst van deze privécorrespondentie met terugwerkende kracht is besmet. “Het is andersom: zijn strijdbare en krachtige schilderijen en gedichten komen vóórt uit de oorlog. Lucebert neemt wraak op de oorlog. Wraak op zichzelf.”

Reacties uit de Nederlandse literaire wereld:

Remco Campert (1929) leerde het werk van Lucebert kennen toen hij in februari 1949 aan een kiosk op het Leidseplein ‘Minnebrief aan de gemartelde bruid Indonesia’ in het experimentele tijdschrift Reflex las. Campert raakte betoverd door de poëzie en niet veel later ook door de persoonlijkheid van de dichter-schilder. Campert bleef tot Luceberts dood in 1994 hecht bevriend, en is hem altijd als een voorbeeld blijven beschouwen. Aanstaande zondag neemt Campert het eerste exemplaar van de Lucebert-biografie in ontvangst. Dat zijn vriend tijdens de oorlog in de greep van de nazi-ideologie had gezeten, wist Campert niet en grijpt hem hevig aan. "Ik heb nooit iets vermoed en ik vind het verschrikkelijk."

De Bezige Bij, voortgekomen uit het verzet, huis van de Vijftigers, geeft het werk van Lucebert al uit vanaf 1952. Toen verscheen Luceberts bundel Apocrief. Francien Schuursma, de huidige uitgever van De Bezige Bij, zegt: "De vondsten van de biograaf hebben ons geschokt. Zijn boek heeft onze blik op het kunstenaarschap van Lucebert zeker veranderd. Hazeu maakt in zijn biografie overtuigend duidelijk hoezeer de oorlogsbelevenis van de jonge Bertus Swaanswijk de kunstenaar Lucebert heeft bepaald. We hebben hierdoor meer inzicht gekregen in de complexiteit en de gelaagdheid van zijn werk en in de tragiek van foute keuzes. De waardering voor het werk blijft onverminderd, en De Bezige Bij zal vanzelfsprekend altijd de uitgever van Lucebert blijven."

Ilja Leonard Pfeijffer (1968) werd naar eigen zeggen ‘gered’ door Lucebert. "Zijn poëzie was een bevrijding." Hij beschouwt Lucebert, samen met Vondel, als de grootste dichter die de Nederlandse taal ooit heeft gekend. "Ik ben altijd een groot bewonderaar geweest van de poëzie van Lucebert en dat blijf ik onverminderd, want aan zijn gedichten is door de onthulling bij mijn weten geen letter veranderd", zegt Pfeijffer. "Ieder mens, zelfs een dichter, heeft het recht zich te vergissen. Als je maar de moed hebt om dat in te zien en van mening te veranderen. Het werk van de volwassen Lucebert laat zien dat hij de dwaling van de jongeling achter zich heeft gelaten en dat hij ervan heeft geleerd. Dat zou je zelfs bewonderenswaardig kunnen noemen."

"We zijn onaangenaam verrast over het nieuws dat Lucebert anti-Joodse sympathieën koesterde", zegt Jan Willem Sieburgh, interim-directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. "Het museum wijst dat uiteraard radicaal af. Bekend was wel dat Lucebert zich vrijwillig had gemeld voor de Arbeitseinsatz, maar niet dat hij dergelijke uitspraken had gedaan." Het Stedelijk bezit 976 werken van Lucebert, plus een uitgebreid archief. "We voelen een begrijpelijk ongemak, maar desondanks is onze waardering voor Lucebert als kunstenaar en dichter onverminderd groot. Geen ander museum bezit zo’n grote collectie en archief van Lucebert, we zullen hem blijven tonen. Momenteel is werk van hem te zien in de collectiepresentatie Stedelijk Base. De presentatie van de biografie, die zondag 11 februari bij ons zal worden gehouden, zal gepaard gaan met een stevig debat over hoe we met Lucebert in de toekomst willen omgaan."