Een grootmoeder laat bij haar overlijden haar huis na aan haar vijf kleinkinderen. Hun ouders blijven in het huis wonen. Eén kleinzoon huurt een sociale woning.

Vanaf eind deze maand kan deze sociale huurder uit zijn woning gezet worden, omdat hij mede-eigenaar is van een onroerend goed. Dat mag niet, zegt een nieuwe wet, die vorig jaar al in werking is getreden. De overgangsperiode vervalt eind deze maand.Wat moet de kleinzoon doen? ’Het huis verkopen, maar dan staan zijn ouders op straat. De andere vier kinderen willen daar niets van horen. Dus rest er ons niets anders dan het huurcontract met deze man stop te zetten’, zegt Dirk De fauw (CD&V), voorzitter van het OCMW in Brugge en ook voorzitter van de Sociale Huisvestingsmaatschappij, die drieduizend woningen verhuurt in Brugge en omgeving.

Verre tante

Zestig huurders bleken op de een of andere manier een tweede woning in onverdeeldheid te bezitten. ‘Dat kan om een achtste, een tiende of een vijftigste gaan. Sommige van die mensen wisten niet eens dat ze hadden geërfd van een ver familielid. We hebben ze allemaal moeten aanschrijven.’

‘Twee ervan zagen geen andere oplossing dan hun contract op te zeggen. De anderen kunnen mogelijk vanaf 1 maart opnieuw een jaar uitstel krijgen, zodat ze hun zaken in orde kunnen brengen. Dat betekent: uit de onverdeeldheid treden. De andere mede-eigenaars moeten akkoord gaan, wat lang niet altijd het geval is.’

De fauw, die ook advocaat is, zegt: ‘Het alternatief is om een procedure op te starten om alle mede-eigenaars te dagvaarden en ze te dwingen om uit de onverdeeldheid te treden. Dan heb je een advocaat nodig en dat kost allemaal veel geld. Geld dat deze sociale huurders niet altijd hebben.’

De fauw zegt achter de beslissing te staan dat sociale huurders geen woning mogen bezitten. ‘Maar een klein stuk van een woning bezitten door een erfenis, dat is iets anders. Stel dat mensen de waarde van die erfenis in geld op hun rekening zouden krijgen, dan zouden ze mogen blijven. Niet logisch.’Tegen misbruiken

Fons Duchateau (N-VA), voorzitter van het OCMW in Antwerpen, verdedigt de nieuwe aanpak: ‘De wet laat toe dat sociale huisvestingsmaatschappijen elk jaar opnieuw evalueren of uitstel verlenen. We kunnen billijk zijn waar nodig. Maar de misbruiken moeten eruit. Sociale woningen moeten gaan naar wie ze echt nodig heeft. Niet naar mensen die voor de helft eigenaar zijn van twee of drie appartementen.’

In Antwerpen zijn al twintig mensen uit hun sociale woning gezet op basis van deze maatregel. 150 anderen moeten orde op zaken stellen. In heel Vlaanderen zouden tot drieduizend huurders in deze situatie verkeren. Het kabinet van minister Homans kon dat cijfer niet bevestigen.