‘Soedanrapport acht folteringen niet bewezen’

© Photo News

Het kan niet met zekerheid gesteld worden dat Soedanezen die vanuit België worden teruggestuurd, mishandeld worden in hun thuisland. Dat staat volgens verschillende bronnen in het rapport van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS). Wel wordt de regering-Michel aangemaand om de situatie verder te onderzoeken.

Marjan Justaert

‘Het langverwachte rapport naar mogelijke folteringen in Soedan bevat geen verrassingen’, luidt het in de Wetstraat. Lees: geen bezwarend materiaal voor de regering. Volgens het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS), dat de zaak onderzocht, ontbreekt dus het nodige bewijs. De regering moet naar verluidt wel ‘zorgvuldig’ omspringen met repatriëringen naar het Afrikaanse land. Of de deportaties hervat worden, is nog niet duidelijk.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) kreeg het rapport gisterenavond in handen, vanochtend werd het besproken tijdens het kernkabinet. Dat loopt op zijn einde, straks houden Jambon en co. een persconferentie. Verwacht wordt dat de regering klaarheid schept over het terugsturen van Soedanezen naar hun thuisland. In afwachting van het rapport werd immers beslist om repatriëringen naar Soedan tijdelijk on hold te zetten.

Zijden draadje

Het onderzoek heeft zo’n anderhalve maand geduurd. Minister Jambon had van de regering net voor het kerstreces de opdracht gekregen om het onafhankelijke CGVS te vragen onderzoek te voeren naar de verhalen over de mogelijk gefolterde Soedanezen. Door die verhalen kwam staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) onder vuur te liggen. Zijn post leek even aan een zijden draadje te hangen, tot partijvoorzitter Bart De Wever het lot van Francken verbond aan dat van de regering.

Niet lang daarna verkoos ook Jambon zelf de vlucht vooruit: hij zei erop te vertrouwen dat de repatriëringen snel hervat kunnen worden. Door die verklaringen van de N-VA-top leek het rapport - wat ook de uitkomst zou zijn - geen deuk in een pakje boter te zullen slaan.

Toch wordt het serieus genomen, klinkt het binnen de regering. Het CGVS formuleert immers ook de dwingende aanbeveling om de situatie in Soedan nauwlettend op te volgen, teneinde geen inbreuken te plegen op artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het verbod op foltering en onmenselijke behandeling.

Koert Debeuf

Het was Koert Debeuf, Midden-Oosten-specialist van het Tahririnstituut, die de kat de bel aanbond. Hij bracht de vrees van Amnesty International onder de aandacht: volgens de mensenrechtenorganisatie worden teruggestuurde Soedanezen onmenselijk behandeld - al is daarvan nooit een hard bewijs geleverd.

Eerder deed de regering een beroep op een Soedanese identificatiemissie die naar ons land was afgezakt om te helpen bij de identificatie van transmigranten in en rond het Maximiliaanpark. Ook daar was veel commotie rond. Of die identificatiemissies nog georganiseerd zullen worden, is in het licht van de aanbevelingen al evenmin duidelijk.