© Photo News

Francken opgelucht over Soedanrapport “na zware woorden en zware beschuldigingen aan mijn adres”

Er lijken geen bewijzen te zijn dat de Soedanese migranten die door ons land (gedwongen) werden teruggestuurd, ook daadwerkelijk werden gefolterd in hun thuisland. Dat staat volgens verschillende bronnen in het rapport van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS). De federale regering krijgt wel aanbevelingen zodat ons land het Verdrag voor de Rechten van de Mens niet zou schenden in de toekomst.

“Het langverwachte rapport naar mogelijke folteringen in Soedan bevat geen verrassingen”, luidt het in de Wetstraat. Lees: geen bezwarend materiaal voor de regering. Volgens het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS), dat de zaak onderzocht, ontbreekt dus het nodige bewijs. De regering moet naar verluidt wel ‘zorgvuldig’ omspringen met repatriëringen naar het Afrikaanse land.

Of de deportaties hervat worden, is nog niet duidelijk, al is staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken optimistisch. “Er zijn zware woorden gevallen en zware beschuldigingen aan mijn adres, dus ik ben opgelucht.” Het beleid moet volgens hem niet drastisch worden bijgestuurd. Met de aanbevelingen wil Francken rekening houden.

Extra controle

Sinds de getuigenissen waren de repatriëringen naar Soedan opgeschort. Die kunnen nu snel hervatten, zegt Francken. In de gesloten centra zitten nu 18 Soedanezen, van wie er vijf geen asiel hebben aangevraagd. Voor die mensen zal nu dus eerst extra gecontroleerd worden of zij bij een terugkeer een risico lopen.

Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (CGVS) leverde het Soedan-rapport donderdagavond in bij de premier en bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Vrijdagvoormiddag vond er topoverleg plaats over de kwestie.

Lot Francken

Het onderzoek heeft zo’n anderhalve maand geduurd. Jambon had van de regering net voor het kerstreces de opdracht gekregen om het onafhankelijke CGVS te vragen onderzoek te voeren naar de verhalen over de mogelijk gefolterde Soedanezen. Door die verhalen kwam staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) onder vuur te liggen. Zijn post leek even aan een zijden draadje te hangen, tot partijvoorzitter Bart De Wever het lot van Francken verbond aan dat van de regering.

Niet lang daarna nam ook Jambon zelf de vlucht vooruit: hij zei er op te vertrouwen dat de repatriëringen snel hervat zouden kunnen worden. Door die verklaringen van de N-VA-top leek het rapport - wat de uitkomst ook zou zijn - geen deuk in een pakje boter te zullen slaan.

Toch wordt het serieus genomen, klinkt het binnen de regering. Het CGVS formuleert immers ook de dwingende aanbeveling om de situatie in Soedan nauwlettend op te volgen, teneinde geen inbreuken te plegen op artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) - het verbod op foltering en onmenselijke behandeling.

In een reactie op het rapport liet de Franstalige mensenrechtenorganisatie Ligue des Droits de l’Homme weten gevraagd te hebben aan de speciale rapporteur van de Verenigde Naties gevraagd om snel met een onderzoek te komen naar de situatie in Soedan. Volgens de Ligue des Droits de l’Homme kan enkel een grondig en internationaal onderzoek alle twijfels wegnemen over de mogelijke gevolgen van een uitwijzing naar Soedan.

Toekomst

De federale regering wil haar “kordaat en menselijk” migratiebeleid voortzetten, maar zal rekening houden met de aanbevelingen van het Soedan-rapport. Dat heeft premier Charles Michel vrijdagnamiddag gezegd in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Hij kondigde ook een evaluatiecommissie aan die het terugkeerbeleid onder de loep neemt.

Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen Dirk Van den Bulck gaf in de Kamercomissie uitleg bij het rapport dat zijn dienst aan de regering heeft overgemaakt over de repatriëring van een tiental Soedanezen en een aantal getuigenissen over folteringen of mishandelingen na hun terugkeer.

Dat er voor die repatriëringen beroep is gedaan op een identificatiemissie van het Soedanese regime - met een zeer slechte naam op het vlak van mensenrechten - had al voor discussie gezorgd. Van den Bulck zei dat zo’n missie “op zich niet problematisch” moet zijn op voorwaarde dat er voldoende voorzichtigheid aan de dag wordt gelegd. Zo moet er vooraf voor elk van de betrokken Soedanezen voldoende onderzocht moet worden of ze nood hebben aan bescherming.

Die voorzichtigheid is ook nodig voor mensen die geen asiel aanvragen, maar dreigen uitgewezen te worden, zeker naar een land als Soedan. De redenering dat het weigeren om asiel aan te vragen een teken is dat de betrokkenen geen risico lopen, is volgens Van den Bulck “zeer betwistbaar”.

De regering neemt de aanbeveling om het onderzoek naar de nood aan bescherming te verdiepen, ter harte. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) zal de modaliteiten daarrond uitwerken en voorleggen aan de regering.

Fouten

Er zal ook systematisch voor gezorgd worden dat er bij interviews met buitenlandse identificatieteams een tolk en iemand van DVZ aanwezig is. Mensen zullen er pas geïnterviewd worden als hun beschermingsnood onderzocht is en als ze vooraf ingelicht zijn. Voor de maatschappelijke werkers van de gesloten centra komen er extra opleidingen zodat ze bij uitgewezen mensen de vrees voor onmenselijke behandelingen beter kunnen opsporen.

De oppositie ziet in het rapport het bewijs dat de regering fouten heeft gemaakt. “Het Soedan-rapport bewijst zijn nut. Het beleid van staatssecretaris Francken wordt op verschillende punten bijgestuurd”, zei Wouter De Vriendt (Groen). Hij vindt dat er geen repatriëringen kunnen gebeuren voor de bijsturingen zijn doorgevoerd.

Premier Michel kondigde ook aan dat er voor minstens twee jaar een evaluatiecommissie rond terugkeer en uitwijzingen op poten zal gezet worden. In die commissie zal een professor zetelen, samen met mensen van de federale politie, de algemene inspectie van de federale politie, de Dienst Vreemdelingenzaken, het CGVS, Fedasil en pilotenverenigingen. De commissie zal na een jaar een tussentijds rapport afleveren.

Sp.a-Kamerlid Monica De Coninck reageert tevreden op die aankondiging. Zij had zelf de opvolging van zo’n commissie voorgesteld. “Deze regering had zich een hoop miserie kunnen besparen als ze onze aanbevelingen meer ter harte had genomen”, zegt ze. “Het gebrek aan een serieuze voorbereiding is problematisch voor het voeren van een fatsoenlijk uitzettingsbeleid”, gaat De Coninck verder. “Via een opvolgingscommissie kunnen we op zoek naar ‘best practices’. Zo’n opvolgingscommissie zou op permanente basis het uitwijzingsbeleid moeten opvolgen, onderzoeken en bijsturen”.

rrln, mju, mtm

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer