© BERT DE DEKEN

Kazachse gastvrouw in Herentals met opvallende hobby: Fifa-scheidsrechter

Perfect geïntegreerd in de Kempense zandgrond, dat is Irina Lyussina (38) uit Herentals, vroeger Kazachstan. Irina werkt bij Huis Helena in Oosterlo (Geel), ze zorgt er voor mensen met een verstandelijke beperking, ze is internationaal scheidsrechter in het vrouwenvoetbal en ze behaalde zonet haar bachelor­diploma orthopedagogie. Ze spreekt perfect Nederlands, al zegt ze soms nog ‘roestig’, in plaats van ‘rustig’. Maar daar wordt aan gewerkt. Waar ze niet meer aan moet werken, is haar kookkunst: we proefden haar perfecte pilmeni.

Marc Helsen

Terwijl wij met CittA Kempen elke maand met de wereld aan tafel schuiven, komt het OCMW in ­Herentals met een gelijkaardig initiatief op de proppen. Een prima idee overigens om te starten met Dine with us waarbij een diep gewortelde inwoner een nieuwkomer uitnodigt, of omgekeerd, om samen te koken en te eten. Zo leren ze elkaar en de gemeenschap waarin ze allebei leven op een andere manier kennen. Bij Dine with us zoeken ze zelf naar een match voor de tafelgenoten.

“Wil jij gaan eten bij Irina uit Kazachstan?”, was een vraag waarover wij niet lang moesten nadenken. Met Irina afspreken was makkelijk: of wij wat moeten meebrengen? Mailtje terug: “Je hoeft niets mee te brengen, alleen een goed humeur, dat is een voorwaarde!”

© BERT DE DEKEN

Irina heeft zelf haar breedste glimlach op haar gelaat als ze de deur van haar appartement opendoet: “Hallo!” Ze stelt ons meteen voor aan haar zus Axana (36). Die is net vanuit Kazachstan in ons land aangekomen, wat onze ontmoeting ten huize ­Lyussina meteen veel ­spannender maakt, want Axana spreekt geen Engels en (nog) amper Nederlands. Ze hoopt in ons land een ­toekomst op te bouwen.

Spraakwaterval Irina laat er geen gras over groeien: de hapjes staan al klaar. “Ik heb ze aangepast aan de Belgische gewoonte, want in Kazachstan komen alle schotels tegelijk op tafel.”

Direct scoren

De start van het diner is veelbelovend: Irina en ­Axana hebben geraspte aardappel vermengd met ei en bloem en in de pan gebakken, zoals de Zwitsers hun rösti maken, zeg maar. Serveren met zure room erbovenop en een stukje gerookte zalm. Dan heb je dranniki. Als je wilt scoren bij je gasten, dan is dit een tip. Daarnaast staat er nog een tweede aperitiefhapje klaar: gegrilde aubergines met mayonaise, look en tomaat. “In de winter eten wij dat veel, om ons immuniteitssysteem te versterken”, trekt Irina haar gezicht in een ernstige plooi. Wij weten intussen al – tot onze geruststelling – dat we geen geroosterde schapenkop uit de Kazachse steppe naar binnen moeten werken.

© BERT DE DEKEN

Irina zelf is in opperbeste stemming en dat mag ook wel, want ze behaalde net aan de HIK in Geel haar bachelor orthopedagogie. “Als enige buitenlander”, zo voegt ze er fier aan toe.

Dat diploma zal van pas komen bij haar werk in Huis Helena, genoemd naar de zuster-stichteres van MPI Oosterlo vzw in 1961. Het tehuis biedt gespecialiseerde zorg voor mensen met een verstandelijke beperking en bijkomende problemen. “Voor zo’n baan moet je sterk in je schoenen staan”, zegt Irina. “De mensen in de instelling hebben een complex ziektebeeld. Ze kennen je als persoon. Geloof, afkomst, politieke overtuiging... dat telt voor hen allemaal niet mee. Het gaat erom dat je elkaar daar onvoorwaardelijk aanvaardt zoals je bent. Er zijn wel regels natuurlijk, maar dat is zoals bij scheidsrechters. Er zijn zeventien regels, maar de belangrijkste is regel nummer achttien: gebruik je gezond verstand.”

© BERT DE DEKEN

Irina werd geboren in de vroegere Kazachse hoofdstad Almaty. Als kind belandde ze in een opvangtehuis. Daar leerde ze voetballen. “Ik mocht van de jongens altijd meedoen als ze een man te kort hadden”, giechelt ze. Dat deed ze zo goed dat ze het tot ster in de nationale vrouwenvoetbalploeg van Kazachstan schopte. Ze trouwde er met een man wiens familie in België woonde. Ze kregen een dochter Safina die nu, achttien jaar later, biotechnologie studeert. Het gezin kwam – op zoek naar een beter leven – naar ons land toen ­Safina één jaar oud was. “Eerst trokken we naar Duitsland, en daarna met de trein naar België. Hier vroegen we op 20 april 2000 asiel aan.”

Bij Anderlecht en nu scheidsrechter

De Dienst Vreemdelingenzaken stuurde het gezin naar het OCMW van Herentals, waar het een appartement kreeg toegewezen. Irina begon onmiddellijk met haar integratie. “Ik wilde me openstellen voor de cultuur en de gewoonten van de Belgische samenleving. Dat was moeilijk, want ik sprak geen woord Nederlands. In het begin heb ik veel geweend. Ik voelde me geïsoleerd.”

© BERT DE DEKEN

Werken mocht Irin­­­a niet, maar omdat er brood op de plank moest komen, ging ze poetsen. Op z’n Belgisch, in het zwart. Zeven dagen op zeven. Aan het OCMW meldde ze dat ze van beroep eigenlijk voetballer was. “Daar moesten ze eerst heel hard om lachen, maar uiteindelijk kwam ik in contact met Anderlecht. Ik kreeg onmiddellijk een plaats in hun vrouwenelftal. Ik speelde er een jaar en moest driemaal per week met de trein op en af naar Brussel. Dat werd me te veel en dus ging ik spelen voor Lentezon Beerse. Na een jaar scheurde ik mijn kruisbanden en belandde ik in het gips. Toen was het gedaan met voetballen.”

Maar toch niet helemaal, want Irina schopte het ondertussen tot FIFA-scheidsrechter in het internationale vrouwenvoetbal. “Bij de mannen fluit ik in derde provinciale”, lacht ze.

Borscht

Genoeg over voetbal: daar komt een dampende schotel borscht, of borsjtsj, op tafel, een klassieker in Rusland en Centraal-Azië, die nooit teleurstelt. “Makkelijk om te maken”, zegt Axana. “Je hebt witte kool en bietjes nodig, look, peper en geroosterde broodkorstjes. Afwerken doe je met zure room. Al durven ze er in Kazachstan ook wel mayonaise in doen (algemene hilariteit).”

© BERT DE DEKEN

Naar Kazachstan terugkeren, is voor Iriana niet aan de orde. “De kloof tussen arm en rijk is er te groot. Ik ken er een postbode van 59. Die man moet de brieven bestellen tot op de negende verdieping van de woontorens. Hij verdient 250 euro per maand. Ik durf dan ook nooit te klagen, zoals ze in België graag doen, want ik kan vergelijken. In dit land zijn we verwend. Mensen moeten beseffen hoe gelukkig ze zijn in België. Hier is de zorgsector erg goed uitgebouwd, dat is een zegen. In Kazachstan moet je je plan trekken als je bijvoorbeeld gehandicapt bent.”

Pilmeni

Tijd voor het hoofdgerecht. Het hele gezelschap wordt in de keuken uitgenodigd om rolletjes pasta te snijden en er platte, ronde plakjes van te maken. Daarin worden stukjes rundergehakt met uien gerold, zoals bij een Italiaanse ravioli. Dan heb je een bekend Kazachs gerecht: pilmeni.

Die deegrolletjes worden dan allemaal in een pot met kokend water gekieperd, samen met enkele laurierbladeren. “Zout toevoegen en dan is het wachten tot ze komen bovendrijven”, doceert ­Irina. “Je kan die deegplakjes ook groter maken en vullen met schapenvlees, dan heb je maante. Je maakt best ineens een grote hoeveelheid. Als we in Kazachstan pilmeni of maante maken, zitten we rond de tafel urenlang te babbelen. Vaak vriezen we porties in, dan heb je altijd een voorraad.”

Oei! De pilmeni komt bovendrijven! Laat het nog wat doorkoken en giet dan af. Dan roer je nog een eetlepel hoeveboter door de pilmeni, om het smeuïg te maken. “In Kazachstan kennen we geen olijfolie, maar dat mag ook, hoor. Je serveert hier bijvoorbeeld couscous bij. En sojasaus is ook een goed idee. Als je overschot hebt, is het geweldig om dat ’s anderendaags in een pan te bakken tot de deegballetjes mooi bruin zijn.” Lekker! “En koken hoeft ook niet duur te zijn, hé? Hoeveel plezier hebben wij nu al gehad met het maken van die pilmeni?”

Taal leren is het belangrijkste

“Geweldig initiatief, die Dine with us, niet?”, vraagt Irina. Dat kunnen wij onmogelijk tegenspreken. “Ik besef dat je mensen uit het buitenland die mee willen doen, moet overtuigen”, zegt Irina tegen projectleidster Helene Celen van het Herentalse OCMW, die ook mee aan tafel schuift. “Want vaak zijn ze achterdochtig. Het is voor hen best wel een drempel, maar het helpt bij de integratie en vooral bij het spreken van Nederlands. Ikzelf heb lang een laag zelfbeeld gehad omdat ik geen Nederlands sprak. Taal is een voorwaarde om je te integreren en je gelukkig te voelen. Je moet contact kunnen leggen. Zolang ik hier in Herentals geen Nederlands sprak, had ik heimwee. Het eerste half jaar wilde ik terug naar Kazachstan, maar mijn Kazachse ex zei toen resoluut ‘nee’. Jaren later ging hij terug, maar toen wilde ik niet meer.”

© BERT DE DEKEN

“Vandaag praat ik gewoon met de caissière van de supermarkt. Vroeger was het wel anders: ik ging suiker kopen, maar ik vond die niet in het warenhuis. Ik kon zelfs niet lezen wat er op de verpakkingen stond. En dan kwam ik in tranen – en zonder suiker – weer thuis. Taal is essentieel. Ik geef iedereen de raad: volg een opleiding.”

Frambozenaspirine

Tijd voor een verkwikkend theetje. Axana en Irina kiezen voor gemberthee. “Je doet ook steranijs, tijm, basilicum en citroen in je glas. Als het kokend water wat is afgekoeld in je glas, voeg je honing toe.”

De thee is amper geserveerd of de dames gaan alweer aan de slag om oerdegelijke Vlaamse pannenkoeken te bakken. De afwerking is wél Kazachs: Axana heeft uit het vaderland frambozen meegebracht. Gestoofd in eigen vocht. Ook daar hoort een verhaal bij. “In Kazachstan hebben die frambozen zowat dezelfde werking als aspirines”, weet Axana. “Als je hoofdpijn hebt door te veel wodka te drinken, helpt dit.”

“Ach, in Kazachstan is het al eten wat de klok slaat”, pikt Irina weer in. “Kom je onaangekondigd bij mensen binnenvallen, gaan ze meteen in de keuken aan de slag. Daarom vind ik Dine with us zo mooi: je kookt als middel om contact te maken met andere mensen. Want geloof me, als je als migrant hele dagen voor je televisie zit, krijg je niet het hele verhaal van de samenleving waarin je bent terechtgekomen mee.”

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN

www.herentals.be/dine-with-us