“Als je dan toch niet voltijds werkt, kun je net zo goed al het strijk- en poetswerk doen, je bezighouden met de kinderen en het eten maken.” Het is de deal die veel koppels in Vlaanderen maken eens ze kinderen krijgen. En de vrouw komt er bepaald bekaaid vanaf. Want wanneer vrouwen deeltijds werken, gaan ze gebukt onder grotere tijdsdruk dan wanneer ze nog voltijds aan de slag waren. Dat blijkt uit een onderzoek dat de VUB uitvoerde bij 5.559 Belgen, in opdracht van het Centrum voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen.

“Tijdsdruk is een subjectief aanvoelen”, zegt onderzoeker Theun Pieter van Tienoven. “Het is een score op honderd die opgebouwd is rond stellingen als: Ik heb het gevoel dat de dag te weinig uren telt, Ik raak nooit bijgewerkt.”

Bij koppels met kinderen waarbij de man én de vrouw voltijds werken, ligt de tijdsdruk bij de vrouw op 53,3, bij de man op 49. “Als de vrouw deeltijds gaat werken, zou je verwachten dat dat cijfer voor haar daalt”, zegt Van Tienoven. “Maar het stijgt nog, naar 56,6. Tegelijk dáált dat van de man, naar 47,2. Die is dus meer op z’n gemak.”

Macht der gewoonte

“Vooral vanaf het moment dat er kinderen komen, blijken de vrouwen bijna volledig op te draaien voor alle zorgen”, zegt Van Tienoven. “Voltijds werkende vrouwen spenderen per dag sowieso al een uur meer aan huishoudelijk werk en een halfuur meer aan kinderzorg dan mannen. Die verdeling is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Werken ze deeltijds, dan stijgt dat verschil tot meer dan twee uur per dag. Een deeltijds werkende vrouw geeft de man een legitieme reden om al het werk op haar af te schuiven.”