VVD én minister onder Mark Rutte: een gevaarlijke combinatie

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) van premier Mark Rutte lijkt wel kampioen van ministers met een brokkenparcours. Frans Weekers, Fred Teeven, Ivo Opstelten, Ard van der Steur en Jeanine Hennis-Plasschaert: allemaal moesten ze hun ministerpost vervroegd vaarwel zeggen. Allemaal waren ze lid van de regering-Rutte II. Zijlstra is de eerste topminister van Rutte III die noodgedwongen opstapt.

• In 2014 treedt staatssecretaris van Financiën Frans Weekers af omdat hij onvoldoende zicht had op problemen met de uitbetaling van huur- en zorgtoeslagen door de Belastingdienst. Om een in aantocht zijnde motie van wantrouwen voor te zijn, houdt hij de eer aan zichzelf. 
• In 2015 moeten minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten en zijn staatssecretaris Fred Teeven opstappen wegens hun rol in de zogenoemde Teevendeal. Teeven had in 2000 als officier van Justitie een schikking met een topcrimineel gesloten, maar die deal was buiten het zicht van de Belastingdienst en het parlement gehouden. 
• In 2017 rolt de kop van minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur, de opvolger van Opstelten. Hij bleek het parlement onjuiste informatie te hebben bezorgd in verband met de Teevendeal. Daarvóór had hij zich al meer dan eens in de nesten gewerkt door onhandige uitspraken. De Teevendeal wordt hem fataal: hij stapt uit eigen beweging op om een motie van wantrouwen tegen hem te vlug af te zijn.
• Ook vorig jaar ziet minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zich genoodzaakt de eer aan zichzelf te houden. Haar departement was in opspraak gekomen in verband met de dood van twee Nederlandse militairen in Mali. Zelfs haar eigen partij heeft het over "een aaneenschakeling van fouten". Ook nu is de minister een motie van wantrouwen tegen haar voor.

Rutte II hield het meer dan een jaar vol zonder ontslag van een VVD-minister, maar het ontslag van Zijlstra komt er al na amper iets meer dan drie maanden Rutte III.