Het stadsbestuur van Peer is er ­zeker van: met slimme camera’s gaan ze de snelheidsduivels in de binnenstad aanpakken. “We willen vooral ’s avonds de hardrijders ­afremmen. Die hebben nu vrij spel. Als de winkels ’s avonds sluiten, en er amper fietsers zijn, rijden ze hard door de binnenstad. Daar willen we komaf mee maken”, zegt schepen van Mobiliteit Rudi Vanhees (SP.A). “Met de slimme camera’s willen we ook het doorgaand ­verkeer weren. Er rijden nu te veel mensen door de binnenstad die er niet moeten zijn. Ze zien Peer als een binnenweg.”

Slimme camera’s in een winkelstraat, het is een primeur voor Vlaanderen. Peer vraagt de camera’s aan via de Vlaamse overheid. Tegen eind dit jaar moeten de slimme camera’s er staan. Van aan het begin van de Kerkstraat tot het ­einde van de ­Oudestraat. Een afstand van 680 meter. ­Tegen 30 kilometer per uur heb je 1,5 minuut de tijd om de 680 meter door het centrum af te leggen. Wie het sneller doet, wordt geflitst.

Te duur voor niet zó veel verkeer

Dertig kilometer per uur rijden met de auto, het ligt de Belg niet. Onderzoek toont aan dat 94 procent van de bestuurders te snel rijdt in de zone 30, gemiddeld rijden we er 46 kilometer per uur. Volgens het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) zijn slimme ­camera’s in de binnenstad toch de toekomst. “Trajectcontroles zijn ­efficiënter dan flitspalen. Uit ­onderzoek blijkt dat de snelheid na het installeren van trajectcontrole met 5 kilometer per uur daalt. Dit wordt de toekomst voor steden. Over vijf jaar zie je dit in tientallen steden”, zegt Benoit Godart.

Toch kan niet elke stad trajectcontrole installeren. Volgens het Agentschap Wegen en Verkeer is er een vlakke weg van minimaal 600 meter nodig. Er mag maar één snelheidsregime zijn en zo weinig mogelijk zijwegen. Anders kan je de snelheidscontrole ontglippen.

Voor mobiliteitsorganisatie Touring mogen stadsbesturen de trajectcontrole ook niet misbruiken. “Het mag geen gemakkelijke manier worden om snel geld te innen”, stelt woordvoerder Danny Smagghe.