Direct naar artikelinhoud
Column

Het leven is al traag en saai genoeg. Veel schrijvers doen het in hun boeken nog eens extra traag en saai over

Het leven is al traag en saai genoeg. Veel schrijvers doen het in hun boeken nog eens extra traag en saai over
Beeld Bob Van Mol

Op zijn berg in de Oostkantons schrijft Marnix Peeters over vrijheid, vogels en zijn vrouw.

Ik had mijn vrouw de eerste versie laten lezen van mijn volgende roman. Dat is traditie, rond deze tijd van het jaar.

Nou, zei ze bezorgd.

Ik vermoed dat het komt doordat ik die columns in Zeno schrijf, zei ik. Hun waarheidsgehalte doet in mijn romanschrijverij mijn fantasie nog verhevigen. Hoe meer ik in de krant het lot van mijn oude moedertje beschrijf, hoe meer mijn verbeelding behoefte heeft om de grenzen op te zoeken.

Je eist deze keer wel héél veel van je lezers, zei mijn vrouw.

Lezers zijn geen kleine meisjes, zei ik.

Ik vraag me af of ik voor één van je personages sympathie voel, zei mijn vrouw.

Sympathie is overgewaardeerd, zei ik.

Het hakt erin, zei mijn vrouw. De ene grap is nog niet uitverteld of de volgende cruditeit komt er al aan. Ik was soms al na één bladzijde buiten adem.

We zijn niks meer gewend, zei ik. Al dat gelanterfant is nergens voor nodig, het leidt tot niets. ‘Flashheart’s Flying Visit’ in Blackadder Goes Forth: dat is een goeie referentie qua snelheid van uitvoering. ‘Saucier than a direct hit on a Heinz factory! Wee Jock Poo-Pong McPlop!’ Het leven is al traag en saai en banaal genoeg. Veel schrijvers doen het in hun boeken nog eens extra traag en saai over. Dat noemen ze ‘je personage de tijd en de ruimte geven om geloofwaardig tot ontwikkeling te komen’, maar daar wordt natuurlijk geen mens ­gelukkiger van.

Je eist deze keer wel héél veel van je lezers, zei mijn vrouw

Het is maar hoe je het bekijkt, zei mijn vrouw.

Die boekenjongens blijven maar in hetzelfde bedje ziek, zei ik. Het is van een leuterigheid die niet meer van deze tijd is. Het zit in alles: die ­reader’s challenges op Goodreads en zo: ‘Hoeveel boeken ga jij lezen in 2018?’ Wel vijftien, meester! En die campagnes! ‘Een boek is als... ­dromen met je ogen open.’ ‘Lezen is: overal de ZIN van inzien.’ Het lijken wel slogans van De Lijn uit de jaren zeventig – ‘Opstaan voor iemand ­misstaat niemand.’ Met dat soort ­sufkloterij gaan we het in deze Netflix-tijden niet redden.

Zonder eten ook niet, zei mijn vrouw nors, wat haar anderhalf uur later op een sappig stukje lomo ­iberico kwam te staan, vergezeld van worteltjes met tijm en laurier, puree, en een mosterdsausje.

Ik heb me wel heerlijk geamuséérd met je nieuwe boek, zei mijn vrouw dankbaar. Ik vraag me alleen af of de Vlaming klaar is voor een halfgare veertiger die het geluk vindt in de armen van een tienermeisje. Op die manier dan. En ik vraag me af of het wel een commerciële titel is, Ik heb aids van Johnny Diamond.

Reken maar van yes, zei ik, waarna ik mij terugtrok in mijn kamer, waar de slothoofdstukken van De weergekeerde bloem van Wessel te Gussinklo op mij lagen te wachten – een boek waarin het hoofdpersonage de tijd en de ruimte krijgt om geloofwaardig tot ontwikkeling te komen, wat dan wel door die ouwe Wessel verschrikkelijk krachtig werd opgeschreven.

Ik heb me wel heerlijk geamuséérd met je nieuwe boek, zei mijn vrouw dankbaar. Ik vraag me alleen af of de Vlaming klaar is voor een halfgare veertiger die het geluk vindt in de armen van een tienermeisje