“Er is niet één oorzaak voor mijn falen in Rio. Het was gewoon een samengaan van verschillende factoren. Ik had mezelf heel veel druk opgelegd, wilde niets aan het toeval overlaten, heb er echt hard naar toegeleefd. Die druk gaf me geen ‘boost’ tijdens de tijdrit zelf, maar werkte me tegen. Ik wist dat ik niet goed bezig was onderweg, dat voelde ik en merkte ik ook aan mijn hartslagwaarden. Niet alleen stress was de oorzaak, ook andere zaken, binnen mijn entourage, maar daar wil ik niet over uitweiden. Het is niet dat ik altijd faal op momenten dat ik er moet staan. Twijfel hoort bij topsport, je stelt jezelf altijd in vraag. Ik weet dat er druk is op toernooien, maar ik kan daar mee om en ik moet niet doemdenken nu er een EK is. Alleen topsport is geen 1 + 1, geen rekensommetje waar je alles kan voorspellen. Er komt veel bij kijken, de puzzel moet net op één dag samenvallen en dat lukt niet altijd.”

“Hier op dit EK wil ik zo kalm mogelijk blijven”, stelt Duyck. “In Rio werkte het niet om mezelf druk op te leggen, wel ik probeer het gewoon weer zoals in Ponferrada in 2014, gewoon ‘doen’, kalm blijven in het hoofd en zien waar we uitkomen.”

Terwijl het deelnemersveld bij de mannen elite vrij zwak is, is dat bij de vrouwen minder het geval. “Voor de vrouwen is dit een hoog aangesproken toernooi. Logisch, wij rijden ons niet vaak in de kijker, op zo’n kampioenschappen krijgen we eindelijk wat aandacht en dat zorgt voor een mooi deelnemersveld. We kunnen ons hier in de kijker rijden.”

Duyck werd zevende afgelopen zondag op de Chrono Champenois die ze vorig jaar won. “Het was een degelijke tijdrit”, zegt ze daarover. “Ik was eigenlijk vooral tevreden dat ik het goede ritme terug te pakken had, zeker na Rio. Dat was een ongelukkige ervaring en dan begin je toch een beetje te twijfelen aan jezelf. Het deed deugd om er weer goed te rijden. Ik won niet, maar de bezetting was er zondag van WK-niveau, dus de uitslag stemt me tevreden. Wat ik vrijdag wil als resultaat in de tijdrit? Zoals ik al zei, ga il me niet vastpinnen op een resultaat, we zien wel waar we eindigen.”